Willemijn Tuinstra (Universiteit Leiden) wint zesde Uitgeverij Verloren/Johan de Witt-scriptieprijs
Aanmoedigingsprijs voor Casper Stouthuysen (Katholieke Universiteit Leuven)
Hilversum, 25 januari 2020 – Willemijn Tuinstra (Universiteit Leiden) heeft met haar masterscriptie Conscience & connections. Marcellus Franckheim (1587-1644) and his contacts in the Habsburg World at the eve of the Thirty Years War dit jaar de Uitgeverij Verloren/Johan de Witt-scriptieprijs voor geschiedenis gewonnen. De prijs werd in samenwerking met Elsevier Weekblad voor de zesde maal uitgereikt. Casper Stouthuysen (Katholieke Universiteit Leuven) ontving de aanmoedigingsprijs voor zijn bachelorscriptie ‘Laet Hollandt Hollandt sijn’. Een retorische analyse van drie vaderlandslievende gedichten uit Daniel Heinsius’ Nederduytsche Poemata.
Nadat juryvoorzitter dr. Ineke Huysman het juryrapport had voorgelezen, ontvingen de winnaars hun prijzen uit handen van Thys VerLoren van Themaat, directeur Uitgeverij Verloren, en Arendo Joustra, hoofdredacteur Elsevier Weekblad. Eerder hadden de genomineerden een toelichting gegeven op hun scripties.
De jaarlijkse Uitgeverij Verloren/Johan de Witt-geschiedenisprijs gaat naar de beste bachelor- en/of masterscriptie die betrekking heeft op de Republiek der Nederlanden in de zeventiende eeuw. Doel is het stimuleren van historisch onderzoek naar dit belangrijke tijdvak. De prijswinnaars ontvingen geldprijzen van respectievelijk € 1500,– en € 200,–, alsmede boekenpakketten, een abonnement op Elsevier Weekblad en een jaar lidmaatschap van de Vrienden van De Witt.
In totaal werden dit jaar 13 scripties ingediend. De jury bestond uit dr. P. Brandon (VU, Amsterdam), dr. G. de Bruin (UU, Utrecht), dr. J. Koopmans (RUG, Groningen), dr. J. van Tol (UvA, Amsterdam) en dr. I. Huysman, voorzitter (Huygens ING-KNAW). Secretaris was dr. L. de Jonge (WU, Wageningen).
Jury-oordeel winnende masterscriptie
De jury is van mening dat de auteur met haar masterscriptie een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het verkrijgen van een beter inzicht ten aanzien van de geloofsbeleving en de daaraan verbonden consequenties in de vroegmoderne tijd. De auteur schetst de religieuze spanningen en tilt deze naar een persoonlijk niveau door te focussen op Marcellus Franckheim, een calvinist die zich bekeerde tot het katholicisme. De omvang van het gebruikte bronnenmateriaal is zeer indrukwekkend en getuigt van een passie voor uitgebreid archiefonderzoek dat de basis vormt voor goed historisch onderzoek. De scriptie is van hoge wetenschappelijke kwaliteit en kreeg daarom hoge scores van de juryleden.
Jury-oordeel winnende bachelorscriptie (‘aanmoedigingsprijs’)
De jury is van maning dat de auteur in zijn bachelorscriptie duidelijk blijk geeft van deskundigheid met betrekking tot het analyseren van gedichten uit de vroegmoderne tijd. Zijn onderzoek van de gedichten van Heinsius en de vergelijking met die van andere dichters levert nieuwe inzichten op ten aanzien van de vroegmoderne literaire uitdrukkingsvorm van nationalisme en vaderlandsliefde. De scriptie vertoont duidelijk kenmerken van wetenschappelijk vakmanschap en de juryleden kijken dan ook verlangend uit naar zijn masterscriptie.
Initiatiefnemers van de prijs
De historische vereniging Vrienden van De Witt is in 2005 opgericht om de herinnering aan de markante staatslieden Johan en Cornelis de Witt levend te houden en te zorgen voor waardering voor hun grote verdiensten voor de Republiek der Nederlanden bij een breed publiek. De vereniging telt 150 leden in binnen- en buitenland en is niet gelieerd aan politieke organisaties of doelstellingen. Jaarlijks organiseert de vereniging symposia, die voor een breed publiek toegankelijk zijn. Meer informatie op www.vriendenvandewitt.nl.
Uitgeverij Verloren werd in 1979 opgericht door Thys VerLoren van Themaat. De in Hilversum gevestigde uitgeverij publiceert circa 50 boeken per jaar op gebied van geschiedenis en historisch letterkunde en is de grootste wetenschappelijke uitgeverij op dit terrein in Nederland. Ook verzorgt Uitgeverij Verloren de uitgave van 12 tijdschriften. Meer informatie www.verloren.nl
Elsevier’s Uitgeversmaatschappij, opgericht in 1880, is vernoemd naar het Zuid-Nederlandse uitgeversgeslacht Elzevir. Stamvader Lodewijk Elzevir opende in 1580 een boekwinkel bij de Universiteit Leiden. Een zoon en kleinzoon werden in 1626 universiteitsdrukkers in Leiden. Het eerste nummer van Elsevier Weekblad verscheen op 27 oktober 1945. Meer informatie www.elsevierweekblad.nl
Voor nadere informatie: dr. Leon de Jonge, secretaris van de jury, tel. 06-12317957 of leon.dejonge@wur.nl.
Fotobijschrift: De prijswinnaars Willemijn Tuinstra en Casper Stouthuysen met Thys VerLoren van Themaat, directeur Uitgeverij Verloren.
________________________________________________________________________
Bijlage: samenvattingen winnende scripties
Masterscriptie van Willemijn Tuinstra, Conscience & connections. Marcellus Franckheim (1587-1644) and his contacts in the Habsburg World at the eve of the Thirty Years War.
Het begin van de zeventiende eeuw stond nog volledig in het teken van de religieuze tegenstellingen die sinds de Reformatie binnen Europa speelden. De Reformatie leidde niet alleen tot een breuk binnen de christelijke kerk van met name West-Europa, maar heeft ook gezorgd voor burgeroorlogen in diverse landen, zoals Frankrijk en de Nederlanden. De nieuwe religie was een belangrijke aanleiding voor de Nederlandse Opstand in de tweede helft van de zestiende eeuw die uiteindelijk leidde tot de vorming van een onafhankelijke Republiek in het Noorden van de Nederlanden. De religieuze tegenstellingen drukten een duidelijke stempel op het dagelijkse leven in deze periode. De mogelijke overstap naar een andere religie was een persoonlijk proces met ingrijpende gevolgen voor de betrokken individuen. Deze overgang betekende niet alleen een breuk met de vertrouwde religie en rituelen, maar ook met het vertrouwde sociale netwerk en alle economische consequenties van dien. Deze keuze was voor individuen in de vroegmoderne tijd met zijn beperkte sociale mobiliteit veel ingrijpender dan in de huidige tijd.
De bekroonde scriptie onderzoekt dit overgangsproces aan de hand van het verhaal van Marcellus Franckheim. Marcellus groeide op in Zutphen en ontving een goede calvinistische opvoeding en scholing, die uiteindelijk leidde tot de functie van rector van de Latijnse school. Ondanks zijn calvinistische achtergrond bleef hij op religieus terrein zoekende en had hij weinig persoonlijke affiniteit met de scherpslijpers. De Bestandstwisten, waarbij de rekkelijke remonstranten tegenover de precieze contraremonstranten stonden, hadden een diepe invloed op zijn geloof. Zijn afwijzing van de predestinatieleer en de overwinning van de contraremonstranten leidden tot een breuk met het orthodoxe calvinisme. Het keerpunt in zijn leven was zijn bekering tot het katholicisme, die ook het verlies van zijn aanstelling als rector betekende. Marcellus verruilde zijn oude calvinistische contacten voor een nieuw katholiek netwerk dat hem de mogelijkheid bood Zutphen te ontvluchten en in dienst van de Habsburgse keizer in Wenen te treden.
Na zijn overgang tot het katholicisme ontwikkelde Marcellus zich tot openbare pleitbezorger voor de katholieke en Habsburgse zaak, zoals blijkt uit zijn publicatie waarin hij het Habsburgse ingrijpen in Bohemen verdedigde. Hij vertrok in het kielzog van de nieuwe aartshertog naar de Spaanse Nederlanden waar hij een functie binnen de admiraliteit kreeg. Zijn theologische standpunten en verdediging van het katholieke geloof droeg hij uit via diverse geschriften, waaronder zijn Abdicatio. Hij werd onderdeel van het internationale jezuïetennetwerk dat hem in staat stelde contacten met diverse katholieken binnen de Republiek te onderhouden en hen te ondersteunen. Deze scriptie laat daarmee zien dat er ondanks alle tegenwerking binnen de Republiek nog steeds een netwerk van katholieken actief was. Marcellus bleef ook na zijn bekering steeds zijn eigen geweten volgen hetgeen hem niet door iedereen in dank werd afgenomen.
Scriptiebegeleider was prof.dr. J.F.J. Duindam
Bachelorscriptie van Casper Stouthuysen, ‘Laet Hollandt Hollandt sijn’. Een retorische analyse van drie vaderlandslievende gedichten uit Daniel Heinsius’ Nederduytsche Poemata.
Het vastleggen van grote nationale gebeurtenissen in dichtvorm is een bekend historisch fenomeen. Deze gedichten hadden niet alleen ten doel om de herinnering aan de betreffende gebeurtenissen vast te houden, maar ook om het nationale gemeenschapsgevoel te versterken. De literatuurhistoricus Knuvelder noemt in dit verband de zeventiende-eeuwse dichter Daniel Heinsius de ‘zanger der vrijheid’. Deze vrijheid komt met name naar voren in zijn dichtbundel Nederduytsche Poemata uit 1616 waarvan de eerste drie gedichten betrekking hebben op de Staatse overwinningen op de Spaanse bezetter tijdens de Nederlandse Opstand. Heinsius manifesteert zich in deze gedichten als een chauvinist en een heftig voorstander van de Nederlandse vrijheidsstrijd.
De winnende scriptie richt zich op een tekstanalyse van deze eerste drie gedichten. Ze gaan over het beleg van Leiden, het beleg van Oostende en de slag bij Gibraltar en de daaraan verbonden dood van admiraal Van Heemskerk. De auteur analyseert de eigenheid van deze gedichten door ze te vergelijken met gedichten van tijdgenoten. De heldenmoed van de verdedigers en het succes van de latere universiteit staan centraal in het gedicht over Leiden, terwijl de mogelijke rol van God opvallend afwezig is. Deze vaderlandse heldenmoed wordt nog steviger neergezet in Heinsius’ gedicht over het beleg van Oostende dat in een Staatse nederlaag eindigt. Heinsius relativeert deze Spaanse overwinning en geeft hierbij uiting aan zijn diep gewortelde haat ten opzichte van de Spanjaarden. Deze heldenmoed staat ook centraal in het gedicht over de dood van admiraal Heemskerk tijdens de slag bij Gibraltar. De boodschap van Heinsius is duidelijk: men dient te volharden in de strijd tegen Spanje.
De auteur wijst op inhoudelijke en poëticale overeenkomsten tussen de gedichten. Heinsius maakt gebruik van de mythologische oudheid en hanteert een bepaald poëticaal schema om zijn nationalistische boodschap te verspreiden. Zijn typering van de Staatse en Spaanse soldaten is zeer stereotiep en zijn zwart-wit beeld past uitstekend bij zijn vaderlandslievende boodschap. Ook gebruikt Heinsiusstijlmiddelen als verkleining en uitvergroting om zijn boodschap op een nationalistische wijze te kleuren.
Scriptiebegeleider was prof.dr. Marc Van Vaeck