Dossier 100 jaar Vrouwenkiesrecht deel 4: Taaie volharding. Openingsmanifestatie tentoonstelling ‘Strijd!’
Het vrouwenkiesrecht is ook in Nederland zwaarbevochten. Dat werd wel duidelijk bij de openingsmanifestatie van de tentoonstelling ‘Strijd! 100 jaar Vrouwenkiesrecht’ in het Groninger Museum op 9 mei, op de dag af honderd jaar na de gelijkstelling van mannen en vrouwen in de Kieswet. Uit spectaculaire voorbeelden van de Engelse suffragettes weten veel mensen dat deze democratiseringsstrijd in Engeland met volle inzet is gevoerd door talloze vrouwen en een handvol mannen. Dat ook de Nederlandse kiesrechtstrijdsters decennialang hoon, weerzin en forse tegenwerking moesten verdragen voordat vrouwen passief en actief kiesrecht kregen, is minder bekend, net zoals het bestaan van hun wijdvertakte nationale netwerk en hun aandeel in de wereldomspannende women’s suffrage movement. De vrouwenkiesrechtstrijd is lang weggezet als onbelangrijk en nauwelijks de moeite waard. De tentoonstelling ‘Strijd’ en het flankerende boek laten overtuigend het tegendeel zien. De vrouwenkiesrechtstrijd is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse geschiedenis.
Bomvol Groninger Museum
Een eeuw na de invoering van het actieve vrouwenkiesrecht was de tijd rijp om deze strijd in het zonnetje te zetten. Op 9 mei vond de landelijke viering ‘100 Jaar Vrouwenkiesrecht’ plaats in een bomvol Groninger Museum met een manifestatie vol voorstellingen, lezingen, muziek (strijdliederen!), interviews en natuurlijk de tentoonstelling. Door de enorme belangstelling waren er voor sommige programmaonderdelen meer gegadigden dan beschikbare plaatsen.
Historici en andere geïnteresseerde bezoekers kunnen in de tentoonstelling hun hart ophalen aan de enorme hoeveelheid objecten en kunstwerken die hier wordt gepresenteerd. De hedendaagse bezoeker kan zich verbazen over de vanzelfsprekendheid en de bijbehorende argumentatie op grond waarvan de vrouwelijke helft van de bevolking expliciet werd uitgesloten van het meest elementaire democratische recht. Zo werd in 1887 in de Grondwet het woord ‘ingezetenen’ voorzien van het adjectief ‘mannelijke’, zodat over de geest der wet voortaan geen onduidelijkheid zou bestaan. Pas na decennia van propaganda, publicaties en manifestaties van de kant van de vrouwenkiesrechtbeweging werd het woord weer geschrapt.
Een belangrijk onderdeel van die strijd was het ‘Volkspetitionnement voor Grondwettelijke Gelijkstelling van Man en Vrouw’, te zien in de tentoonstelling. In een vitrine staan de dozen met de 165.000 handtekeningen bedoeld om het woord ‘mannelijk’ weer uit de wet te krijgen. Opvallend is ook de grote hoeveelheid innovatief propagandamateriaal die werd ingezet en voor een deel bewaard is gebleven, zoals papier, potloden, boekenleggers en portefeuilles, voorzien van het Jus Suffragii-logo van de internationale kiesrechtbeweging.
In een ‘Hall of Fame’ krijgen tientallen actievoersters een gezicht, een naam en een stem. Het ging lang niet alleen om dames van stand – dat is een succesvolle framing van de SDAP -, maar ook om vrouwen van eenvoudiger komaf. Vaak zetten zij zich zowel voor het vrouwenkiesrecht in als voor andere sociale kwesties. De strijdmiddelen en vaardigheden van de ene strijd zetten ze weer in ten behoeve van de andere strijd. De strijd speelde zich niet alleen af in West-Nederland. De Vereniging voor Vrouwenkiesrecht, opgericht in 1894, bouwde een netwerk op met actieve lokale comités tot in de verste uithoeken van het land. In de tentoonstelling getuigt de reeks zelfontworpen en –vervaardigde vaandels van lokale afdelingen (uiteraard met het Jus Suffragii-symbool) van de massale beweging die de vrouwenkiesrechtstrijd is geweest.
Kennis over de vrouwenkiesrechtbeweging
De tentoonstelling werd mede samengesteld door vrouwenkiesrechtdeskundige Mineke Bosch. Van haar hand verscheen tegelijk met de opening van de tentoonstelling een prachtig vormgegeven, lijvig overzichtswerk waarin de vrouwenkiesrechtstrijd voor het eerst uitvoerig wordt verteld én getoond. De propagandaposters, cartoons, foto’s, vaandels, politieke prenten, portretten, schilderijen en de kiesrechtparafernalia, bijeengebracht voor de tentoonstelling, leverden een overvloed aan beeldmateriaal voor zowel de hoofdstukken als de thematische ‘beeldessays’ in het boek. Boek en tentoonstelling bieden zo een schat aan informatie over een belangrijk onderdeel van de Nederlandse geschiedenis. Daarbij had de tentoonstelling in dit jubileumjaar meer waardering verdiend in de vorm van een royalere financiële ondersteuning. Zonder gebruik van de audiotour zal de minder historisch geschoolde bezoeker nu moeite hebben met het interpreteren van alle geboden informatie.
‘Ziet op die vrouwen niet neer!’
In haar lezing bij de opening van de tentoonstelling citeerde Mineke Bosch de woorden die de vrijzinnig-democratische naamgever van de initiatiefwet voor de invoering van het vrouwenkiesrecht, mr. Henri Marchant, in 1918 sprak tot de leden van de de Tweede Kamer: “Ziet op die vrouwen niet neer, lach ze niet uit! Tracht liever de oorzaken te kennen, waaruit haar strijdlust, haar offervaardigheid, haar taaie volharding is voortgekomen!” De bezoeker van de tentoonstelling leert die oorzaken kennen en krijgt bewondering voor de taai volhardende kiesrechtstrijdsters die het in 1919 uiteindelijk voor elkaar kregen: kiesrecht voor de vrouwelijke helft van Nederland.
——- De tentoonstelling ‘Strijd! 100 jaar Vrouwenkiesrecht’ is samengesteld door Mineke Bosch, hoogleraar moderne geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen en conservator Egge Knol. De tentoonstelling is tot en met 15 september 2019 te zien in het Groninger Museum. Meer informatie is te vinden in het museummagazine dat u hier kunt lezen. Het boek van Mineke Bosch is getiteld Strijd! De vrouwenkiesrechtbeweging in Nederland, 1882-1922, Uitgeverij Verloren, ISBN 9789087047740.
Lees hier de andere artikelen in het dossier over honderd jaar Vrouwenkiesrecht.