Subsidie voor nieuwe fase eCodicesNL
Het Huygens Instituut in Amsterdam en de Radboud Universiteit in Nijmegen gaan eCodicesNL, het nationale portaal voor middeleeuwse boeken in Nederlandse collecties, uitbreiden en verbeteren. Dit is mogelijk gemaakt dankzij een subsidie van Stichting Pica.
Onlangs heeft het Huygens Instituut samen met de Radboud Universiteit (Radboud Erfgoed) een subsidie verworven voor een nieuwe fase van het nationale portaal voor middeleeuwse boeken, eCodicesNL. Stichting Pica stelt deze subsidie beschikbaar aan projecten om digitaal erfgoed beter te verbinden. Dankzij deze subsidie kan het middeleeuwse erfgoed toegankelijker gemaakt worden voor een publiek van specialisten én niet-specialisten.
Mariken Teeuwen, hoofd van de onderzoeksgroep Digitale Edities, wil twee belangrijke punten aan eCodicesNL verbeteren: ‘We zorgen er voor dat het portaal meer beschrijvende datasets kan verwerken. Dat is een uitdaging, omdat die per collectie qua structuur en code verschillen. Daarnaast maken we een Linked Data set en verbeteren we het systematisch gebruik van termen. Als we de beschrijvende data van verschillende erfgoedinstellingen meer op één lijn kunnen brengen, kunnen we de collecties nog beter aan elkaar verbinden.’
Voor het nieuwe project gaat het team van eCodicesNL (Mariken Teeuwen, Irene van Renswoude en Rob Zeeman van het Huygens Instituut) samenwerken met Hilde van Wanroij en Ruud van den Heuvel, respectievelijk collectiespecialist en metadataspecialist van de afdeling Collection & Publication Services (Radboud Erfgoed) van de Radboud Universiteit.
Mooie testcase
Irene van Renswoude, hoofd van de onderzoeksgroep Kennis- en Kunstpraktijken, kijkt uit naar de samenwerking met de bijzondere collecties van de Radboud Universiteit: ‘De digitalisering is daar in volle gang, en bovendien beschikken ze over prachtige handschriften en een bijzonder rijke set metadata. Dat zorgt voor een mooie testcase in ons project. Bovendien verwachten we veel te kunnen leren van de specialisten daar.’
Hilde van Wanroij, collectiespecialist Bijzondere Collecties: ‘De samenwerking met het Huygens Instituut stelt ons in staat onze expertise in collectiebeheer en digitale publicatie verder te ontwikkelen en te delen. De afgelopen jaren hebben we veel tijd en energie geïnvesteerd in het beschrijven en beschikbaar stellen van onze handschriftencollectie. Deze samenwerking vormt een prachtige volgende stap om onze collectie nog beter toegankelijk te maken voor zowel onderzoekers als het brede publiek. Bovendien leveren we graag een bijdrage aan de ontwikkeling van een proces om andere collectiehoudende instellingen op het portaal aan te sluiten.’
Het werken met middeleeuwse, handgeschreven boeken is niet eenvoudig, zelfs niet als ze gedigitaliseerd zijn en worden aangeboden op de website van een collectie-houdende instelling. Beschrijvingen zitten vol ingewikkelde terminologie en zoekinterfaces zijn vaak gericht op een goed ingevoerde, gespecialiseerde gebruiker. En elke instelling gebruikt een eigen set van termen, waardoor zoeken in verschillende collecties moeilijk is.
‘Boeken digitaliseren is niet genoeg’
Johan Oosterman, directeur Radboud Erfgoed: ‘Boeken digitaliseren is niet genoeg: ze moeten op allerlei manieren bevraagd kunnen worden door onderzoekers en op een mooie manier zichtbaar worden voor het publiek dat benieuwd is naar die middeleeuwse schatten. Samenwerking met het Huygens Instituut is voor ons heel waardevol.’
eCodicesNL geeft toegang tot zoveel mogelijk gedigitaliseerde middeleeuwse boeken, met hun beschrijvende datasets, van meerdere instellingen, die je nu al kunt doorbladeren, bekijken en lezen. Maar vanaf maart 2026 kan een bezoeker dankzij de Linked Data, uniforme termen en een verbeterde zoekinterface nog makkelijker zoeken in de gedigitaliseerde manuscripten van de verschillende bijzondere collecties.
Bouwen aan toekomstbestendig portaal
Mariken Teeuwen: ‘In het nieuwe project bouwen we aan een toekomstbestendig portaal. De ambitie is dat alle instellingen die één of meer middeleeuwse boeken bezitten zich kunnen aansluiten.’
Het project gaat van start op 1 september 2024 en heeft een looptijd van 18 maanden.