Slavernijverleden in staat en familie
Op de dag dat in Den Haag het onderzoek Staat en Slavernij. Het Nederlandse koloniale slavernijverleden en zijn doorwerkingen aangeboden werd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Hanke Bruins Slot, las ik de laatste pagina’s van een ander boek over het Nederlandse slavernijverleden. Daar waar het in Staat en Slavernij gaat over de rol van ‘Nederland’ als koloniale macht en de doorwerkingen van het slavernijverleden in onze huidige samenleving, gaat het in dat andere boek over het slavernijverleden in de geschiedenis van een familie en de doorwerking ervan in het heden. Dat andere boek is Stil Verleden. De ontdekking van mijn slavernijgeschiedenis van de hand van Maria Karg.
Zwijgende ouders
Karg wist voordat ze historische bronnen indook weinig tot niets van haar voorouders of haar familiegeschiedenis in Suriname. Haar vader was een stuk ouder dan haar moeder. Hun huwelijk was zijn tweede, hij had een eerste huwelijk in Nederland gehad maar was gescheiden. Beide ouders vertelden niet veel over hun familie of het verleden. Hij overleed op hoge leeftijd toen zij nog maar dertig was. En, zo erkent Karg, als jonge vrouw had ze er zelf ook niet zo’n belangstelling voor. Ze leefde in het moment en keek vooral naar de toekomst; verhuizen naar Nederland, een opleiding volgen, werken, trouwen en een gezin stichten en zo meer. Desondanks erfde ze een doos met persoonlijke bezittingen na het overlijden van haar vader, met daarin onder andere een gedenkboek over de afschaffing van de slavernij uit 1963. Deze doos belandde in de kelder en zou daar meer dan zesentwintig jaar blijven staan.
Manumissieboek
Er verandert iets wanneer Karg aan het begin van deze eeuw een tweedehandsboek boek koopt. Dan werkt ze al als educator bij NiNsee en geeft onder andere lessen op scholen over slavernij en het koloniale verleden. Het boek dat ze koopt, gaat over de manumissie (vrijlaten van tot slaafgemaakten) in Suriname. Tot haar grote verrassing vindt ze haar eigen achternaam terug in dit boek. De naam Karg blijkt echter niet toe te behoren aan een tot slaafgemaakte man maar aan een plantagedirecteur van Duitse afkomst die zijn tot slaafgemaakte vrouw en hun drie kinderen vrijkocht in 1836.
In haar boek maakt Karg zonder omhaal van woorden duidelijk hoe het leven in de negentiende eeuw was voor tot de slaafgemaakten en de gekleurde vrije inwoners van Suriname. Hoewel haar overgrootvader zijn vrouw en kinderen vrijkocht, kregen ze niet zijn achternaam waarschijnlijk omdat hij hen niet erkende. Pas na zijn dood gebeurde dat. Tegelijkertijd stelde deze Karg wel een testament op waarin zijn vrouw en kinderen als enig erfgenaam werden benoemd. Een van de zonen van overgrootvader Karg kocht als volwassen man zelf ook weer een slaafgemaakte man die hij als timmerman liet werken.
Mannelijke lijn
In Stil Verleden diept Karg de familielijn langs mannelijke kant verder uit. Via haar Duitse overgrootvader naar haar grootvader, die dus nog in slavernij is geboren maar hoofdonderwijzer en kerkmeester werd, naar haar vader die in 1891 het levenslicht zag en in de jaren tien van de vorige eeuw naar Nederland trok om een opleiding te volgen en te werken. Net zoals zijn dochter zestig jaar later ook zou doen.
Hoewel Karg verzucht dat ‘de vrouwen aanzienlijk minder belicht’ kunnen worden, diept ze toch de nodige informatie op over haar voormoeders (153). Dat is niet in de laatste plaats te danken aan het vele archiefwerk dat tegenwoordig verricht wordt op dit onderwerp en de vele contacten die ze vanuit haar werk onderhoudt. Ook de digitalisering van de verschillende registers en daarmee de bereikbaarheid en toegankelijkheid van informatie speelt hierin een belangrijke rol.
De stilte doorbroken
Kargs doel is de intergenerationele stilzwijgendheid over het (familie)verleden te doorbreken (201). De uitgever presenteert het boek als een zoektocht van Karg naar haar voorouders en hoe het slavernijverleden verbonden is met de geschiedenis van haar familie. Karg schrijft echter over meer dan alleen over haar zoektocht. Ze maakt haar lezers deelgenoot van haar ervaringen en emoties tijdens die zoektocht en beschrijft tegelijk ook haar leven, in Suriname en in Nederland. Al doet ze dat wel met grote hinkstapsprongen. Dat levert een prettig leesbaar boek op, ook al had het wel hier en daar wat minder wijdlopig mogen zijn. Als lezer hoor je haar als het ware praten en proef je dus in de geschreven woorden haar jarenlange vertelervaring, eerst als docent maatschappijleer op een middelbare school, vervolgens als educator bij NiNsee en nu met haar stichting die ook de naam Stil Verleden heeft. Stil Verleden houdt dan ook het midden tussen memoires, autobiografie, een verslag van een historisch onderzoek én een familiegeschiedenis. In feite is het alles in een, maar de stilte heeft Karg hoe dan ook doorbroken.