Recensie: Tegenspel. De eeuw van vrouwelijk koningschap
Vlak voor Koningsdag opende in Museum Paleis het Loo de tentoonstelling Tegenspel. De eeuw van vrouwelijk koningschap. Daarin staan de Nederlandse vorstinnen Wilhelmina, Juliana en Beatrix centraal, maar komen ook hun ‘tegenspelers’ voorbij. Aan de hand van zeven momenten in de geschiedenis, door de tentoonstellingsmakers ‘sleutelmomenten’ genoemd, wandelt de bezoeker door 115 jaar vrouwelijk, koninklijk leiderschap. Dat wordt verbeeld door foto’s, schilderijen en tekeningen, zeer uiteenlopende objecten en audiovisuele clips waarin de vorstinnen of hun tijdgenoten te horen en te zien zijn.
Beeldvorming
Een van de onderliggende thema’s in deze tentoonstelling is beeldvorming. De makers laten zien hoe deze drie vrouwen zich als monarch presenteerden aan hun onderdanen. Daarbij besteden ze veel aandacht aan de manier hoe dat gedaan werd en wie daar een rol bij speelden. Zo regisseerde regentes Emma een waar publiciteitsoffensief toen haar dochter Wilhelmina 18 jaar werd en in 1898 officieel de troon besteeg. In de tentoonstelling is een hele vitrine ingericht met Wilhelmina ‘merchandise’, van sigaren en pijpen, tot bier en koek. Waarschijnlijk is het niet toevallig dat de gebruikte afbeelding van de jonge vorstin daarop steeds dezelfde is. Ook de sturende rol van prinsgemaal Bernhard ontbreekt niet in deze tentoonstelling. De conservatoren laten zien hoe hij in de eerste jaren na zijn huwelijk met Juliana van haar een mondaine jonge vrouw maakte dat paste bij zijn jetset imago, terwijl hij na de Tweede Wereldoorlog zijn eigen imago als daadkrachtig man koesterde en versterkte door zijn koninklijke eega te reduceren tot moederfiguur en haar diplomatieke rol tijdens de oorlog daarmee onder het spreekwoordelijke tapijt schoof.
Waar bij Wilhelmina en Juliana anderen een belangrijke rol speelden in de beeldvorming van de monarch en het koningschap, toont de tentoonstelling dat Beatrix de regie in eigen handen nam. Zij creëerde een geheel eigen imago van moderne, zakelijke vorstin en versterkte dat beeld door de staatsieportretten die zij van zichzelf liet vervaardigen en de manier waarop zij op onze postzegels en munten werd afgebeeld. In de tentoonstelling is een wand met daarop de verschillende officiële portretten die tijdens haar regeerperiode zijn gemaakt. Hoe verschillend die portretten ook zijn, ze geven tegelijkertijd een eenduidig beeld van Beatrix als daadkrachtig en iconisch figuur. Daarmee is deze laatste opstelling in de tentoonstelling eigenlijk een echo van de eerste, de vitrine met de Wilhelmina ‘merchandise’ uit 1898.
Vrouwen in mannenwereld
In 1898 hadden vrouwen nog geen actief of passief stemrecht, dat kregen ze pas twintig jaar later in 1919. Tot 1956 waren vrouwen juridisch handelingsonbekwaam en het duurde nog tot begin jaren tachtig tot dat in de Grondwet werd vastgelegd dat het oudste kind van de monarch, ongeacht het geslacht, de troonsopvolger is. Daarmee verviel de bepaling dat koninklijke zonen voorrang hadden boven koninklijke dochters. In deze zelfde periode werd ook de bepaling geschrapt dat de man het hoofd van het gezin is. Anders gezegd, deze drie vorstinnen moesten als monarch opereren in een door mannen gedomineerde wereld waar vrouwen minder rechten hadden en daarmee een ondergeschikte juridische en sociale positie innamen. Hoe de drie vorstinnen daar mee omgingen is het tweede grote thema in de tentoonstelling Tegenspel.
Hoewel het gemakkelijk zou zijn geweest om de koninginnen als honorary male te positioneren, kiezen de tentoonstellingsmakers daar duidelijk niet voor. Zij onderzoeken, in de beperkte ruimte die ze hebben en zonder dat letterlijk te benoemen, de gendernormen van de tijd waarin deze drie vrouwen op de troon zaten. Daarbij betrekken ze nadrukkelijk ook de politieke en maatschappelijke context en tonen ze de invloed daarvan op het koningschap alsook de manier waarop deze drie vrouwen daar elk op hun eigen wijze mee omgingen. De snel opeenvolgende politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in de twintigste eeuw hebben ze vertaald in vier historische (sleutel)momenten; de Tweede Wereldoorlog, de affaire rondom Greet Hofmans, de roerige jaren zestig en zeventig en de Lockheed-affaire midden jaren zeventig. Externe tegenspelers zijn daarbij in algemene zin de politiek, activistische maatschappelijke groepen en de pers, terwijl Bernhard en tot de Lockheed-affaire midden jaren zeventig ook Beatrix, zich opstelden als ‘interne’ of intieme tegenspeler van Juliana.
Oranje-geschiedenis
Op de website van Paleis het Loo positioneert deze instelling zich als het museum waar ‘het koninklijke verleden en heden vanuit maatschappelijk relevante invalshoeken wordt gepresenteerd’. De tentoonstelling Tegenspel is hier een goed voorbeeld van. Het is bovendien duidelijk dat bevlogen publiekshistorici hier hun werk hebben gedaan, daardoor kunnen niet alleen ‘Oranjefans’ hun hart ophalen in de tentoonstelling, maar ook historici. Oranje-geschiedenis is immers Nederlandse geschiedenis.
Tot slot nog dit, het is vast geen toeval dat de tentoonstelling opent vlak voor Koningsdag en de deuren sluiten op 31 augustus, de geboortedag van Wilhelmina. Daarmee sluit het subtiel aan bij de Oranje-kalender. Het geeft de bezoeker in ieder geval genoeg tijd om naar Apeldoorn te reizen. Of zoals om het in Michellingids-termen te zeggen: Tegenspel. De eeuw van vrouwelijk koningschap is een omreis waard.
Antia Wiersma
Foto: Paleis Het Loo