Onze koloniale erfenis. Recensie van een tentoonstelling in het Tropenmuseum
Op 18 juli jl. wandelde ik door de nieuwe vaste tentoonstelling van het Tropenmuseum genaamd ‘Onze koloniale erfenis.’ Een passende expositie gezien de maatschappelijke ontwikkelingen de laatste jaren. Onderwerpen zoals de excuses van Koning Willem-Alexander voor het slavernijverleden op Keti Koti dit jaar en het racisme dat zowel op het voetbalveld en bij de politie, als simpelweg buiten op straat aanhoudt. Al deze kwesties hebben gemeen dat ze nauw verweven zijn met onze koloniale erfenis.
In de nieuwe tentoonstelling van het Tropenmuseum wordt een historisch bewustzijn gecreëerd over het koloniale verleden van Nederland. Terwijl ik door deze expositie wandelde, kreeg ik de Nederlandse koloniale geschiedenis onder ogen en werd mij vooral duidelijk hoe deze geschiedenis op verschillende aspecten nog steeds doorwerkt in de huidige maatschappij.
Geschiedenis
Pieter de Bruijn en Susan Hogervorst schrijven in hun bijdrage op Historici.nl dat ‘een tentoonstelling reflecteert op hedendaagse contexten voor historisch besef en actuele debatten over identiteit en in- en uitsluiting voedt.’ Het eerste onderdeel van deze expositie in het Tropenmuseum voldoet hieraan. In de eerste ruimte is een groot beeldscherm te zien waarop een video wordt afgespeeld waarin aan willekeurige Nederlanders wordt gevraagd hoe zij denken over het koloniale verleden. Waar de één vindt dat het koloniale verleden al zo lang geleden is en het lastig vindt om er iets over te zeggen, worstelt de ander met het vinden van haar identiteit juist dóór dat koloniale verleden.
Ik kan me inbeelden dat het standpunt van de eerste persoon herkenbaar kan zijn voor veel Nederlanders, omdat het inderdaad lang geleden is, dus ben ik überhaupt wel de persoon die er iets van moet vinden? Tegelijkertijd zal de worsteling waarmee de tweede persoon in het fragment zich bezighoudt herkenbaar zijn voor vele andere Nederlanders met een etnische achtergrond. Zo wist ook mijn vader lange tijd niet of hij nou ‘meer’ Indonesisch of Nederlands was en werd mijn opa nog vaak als een buitenlander gezien, ondanks het feit dat hij van zijn negende jaar tot en met zijn dood op 81-jarige leeftijd in Nederland heeft gewoond.
Deze introductie van de tentoonstelling zorgt voor een herkenbaarheid, die interesse en gesprek aanwakkert. Bij een touch screen scherm wordt vervolgens aan de bezoekers van de tentoonstelling dezelfde vraag gesteld; waaraan denken zij bij ‘onze koloniale erfenis’? Zij kunnen hier zelf uit een aantal thema’s kiezen die door het Tropenmuseum zijn opgesteld,zoals de Black Lives Matter protesten, maar bijvoorbeeld ook de kipsaté van de toko om de hoek. Deze interactie is leerzaam, omdat het publiek zo een begrip creëert over welke thema’s onder ‘onze koloniale erfenis’ kunnen vallen, zonder dat ze dit wellicht zelf in eerste instantie opmerken.
In een groot gedeelte van deze tentoonstelling wordt bezoekers een geschiedenis voorgelegd vanuit het perspectief van de gekoloniseerden, in plaats van de kolonisator. Vanaf de overtocht en de aankomst van slavenschepen, tot manieren waarop tot slaaf gemaakten een poging deden om voedsel mee te smokkelen; de historie van het koloniale verleden wordt tot in detail besproken. De verschillende muziekinstrumenten die op plantages door de tot slaaf gemaakten werden gebruikt staan tentoongesteld en er wordt afgebeeld welke dansen daarbij hoorden. Een aangename toevoeging hier is dat de bezoekers zelf kunnen kiezen welke instrumenten zij willen horen. Door op knoppen te drukken, worden de klanken van de verschillende instrumenten afgespeeld. Hierdoor kunnen bezoekers zelf de muziek tot leven brengen en ervaren hoe deze instrumenten geklonken hebben.
Verschillende opstanden op de plantages komen aan bod en welke groepen tot slaaf gemaakten hierbij betrokken waren. Wat betreft Indonesië wordt bijvoorbeeld niet alleen de onafhankelijkheidsoorlog belicht, maar ook opstanden die daarvoor hebben plaatsgevonden en die door de Nederlandse staat destijds werden neergeslagen. In een gedeelte van de expositie wordt aan onafhankelijkheidsstrijders en verzetshelden uit het koloniale tijdperk een aparte plaats gegeven. Een beeld dat abstract gezien op een grote boom lijkt en waarvan de gezichten van de verzetshelden dienen als de bladeren. Een kritische kanttekening die hierbij geplaatst kan worden is dat enkel de namen van de personen in kwestie vermeld worden, maar niet waar zij vandaan kwamen en wat voor bijzonderheden zij specifiek hadden verricht.
Sporen uit het verleden
Vervolgens kwamen de meegebrachte producten en specerijen uit de koloniën naar voren. Ingrediënten die in het dagelijks leven door velen worden gebruikt zoals suiker, peper en tabak. Maar ook textielstoffen zoals katoen of grondstoffen als goud en tin. Deze producten hebben een grote koloniale erfenis. Bijvoorbeeld dat de consumptie van tabak in het koloniale tijdperk tot aan nu een constante factor is geweest. Ook hierbij wordt een interessante interactie met het publiek mogelijk gemaakt – voor zowel jong als oud. Bezoekers kunnen hier een spel tegen elkaar spelen, waarbij ze om beurten mogen raden welk product vanuit welke kolonie komt. Zoals De Bruijn en Hogervorst schreven over het aanwakkeren van debatten, was dit hier zeker het geval. Het was voor mij een goede reality check dat het overgrote deel van de ingrediënten in mijn keuken te danken was aan het koloniale verleden.
Niet alleen de zichtbare overblijfselen van ons koloniale verleden worden tentoongesteld. Aan het einde van de expositie staat weergegeven: ‘Racisme bestaat. Ras niet.’ Aan deze notie wordt de nodige aandacht besteed. Zoals het hier naar voren komt is ras een sociaal construct dat in het leven werd geroepen ter rechtvaardiging van het kolonialisme. Raciaal denken is namelijk iets dat ontstond rond de tijd van de ontdekkingsreizen en met het creëren koloniën. Met het ordenen van volken op basis van ras, werd een bepaalde hiërarchie gecreëerd. Hierbij zou de witte man boven de donkere man staan en om die reden in zijn recht staan om te mogen koloniseren. Het concept ‘ras’ is in deze zin een verzonnen concept, dat nog steeds doorwerkt in de huidige maatschappij; wederom een onderdeel van onze koloniale erfenis. Een enerverende theorie en ook een eye opener op bepaalde vlakken.
Het feit dat vrijwel enkel het perspectief van de tot slaaf gemaakten en gekoloniseerden in deze tentoonstelling wordt weergegeven, zorgt voor een bredere historische interpretatie van het onderwerp. In de Nederlandse geschiedenisboeken lijkt het namelijk de trend om met name vanuit het gezichtspunt van de kolonisator te vertellen en bijvoorbeeld te benadrukken hoeveel winst Nederland in de koloniale periode heeft gemaakt. Echter, met de huidige multiculturele maatschappij in ogenschouw, kan het geen kwaad om de emotionele-, sociale- en culturele schade en de gevolgen van het koloniale verleden vandaag de dag eveneens te benoemen. Met deze tentoonstelling schijnt het Tropenmuseum een herstellend licht op de onderbelichte stemmen uit het koloniale verleden en de duidelijke restanten ervan in het heden.
Mikki van Spall (24) heeft haar bachelor in Geschiedenis behaald en zal in september beginnen aan een master in Media & Journalistiek aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Daarnaast was zij vanaf april tot en met augustus 2023 stagiair communicatie en webredcatie bij het KNHG en Historici.nl.