Recensie ‘De schepping van de wetenschap’ in Museum Catharijneconvent
Wie de ontwikkeling van de natuurwetenschappen in West-Europa wil begrijpen, kan de invloed van religie hierbij niet buiten beschouwing laten. Want hoewel nog vaak wordt aangenomen dat wetenschap en religie vijanden van elkaar zijn, hebben zij tot op de dag van vandaag veel met elkaar gemeen, zo stelt Museum Catharijneconvent. In de tentoonstelling ‘De schepping van de wetenschap’ wordt het publiek uitgedaagd diens beeld over de relatie tussen wetenschap en religie bij te stellen.
Grootschalig
De relatie tussen religie en wetenschap is een breed thema. Voor deze tentoonstelling is het opgedeeld in vier blikrichtingen (het heelal, het menselijk lichaam, de natuur en de aarde), maar deze subcategorieën blijven groots van aard. Ook het historische kader van de tentoonstelling is omvangrijk; ‘De schepping van de wetenschap’ beslaat de periode van de wetenschappelijke revolutie in de zestiende eeuw, tot het heden. In de praktijk betekent dit dat er in één zaal een Vroegmoderne aardglobe, een schilderij van Theo van Doesburg, een Perzisch boek en een aantal foto’s uit de serie Prayer Rug Selfies staan. Er zijn meer dan tachtig objecten te zien, die stuk voor stuk uitnodigen tot reflectie.
Daarnaast kunnen bezoekers via de audiotour extra informatie over specifieke objecten verkrijgen. Ik dacht na een uur dat ik het meeste wel gezien had, maar toen stonden er nog drie zalen op mij te wachten. Ik vroeg mij in eerste instantie af of het museum niet te ambitieus is geweest.
Té groot?
Hoewel ik van andere bezoekers begreep dat zij dit sentiment deelden, was de sfeer in het museum bijna uitbundig te noemen. Zo vormde zich een groep enthousiastelingen rondom het negentiende-eeuwse model van een oog, omdat zij hierin hun eigen vakgebied herkenden. Ook hoorde ik iemand meermaals ‘wat een fantastische tentoonstelling’ zeggen, waarna diegene fantaseerde over mogelijke vacatures bij Museum Catharijneconvent.
Omdat er zoveel te zien was, betekende dit dat deze tentoonstelling voor vrijwel iedereen iets interessants bood. Misschien is het hierdoor niet mogelijk om alles in je op te nemen, maar het merendeel van de bezoekers richtte zich specifiek op objecten die voor hen interessant waren. Dat zij niet alles uitgebreid konden bestuderen, namen ze voor lief.
Diversiteit
Daarnaast betekent dit brede kader dat er ruimte is voor een diversiteit aan perspectieven. De prent ‘Anatomie en fysiologie van het vrouwelijk lichaam’ (1613) toont bijvoorbeeld dat wetenschappers (lees: mannen) de vrouw nog altijd als afstammeling van Eva zagen; links van de afgebeelde vrouw is een slang met een appel in zijn bek zichtbaar. Maar de foto ‘Edinburgh Seven’ (2020), die gemaakt is als eerbetoon aan de eerste Britse vrouwelijke geneeskundestudenten, geeft weer een heel ander beeld van vrouwen in de wetenschap weer.
Daarnaast is er ook aandacht voor niet-Europese perspectieven. Zo wordt uitgelegd hoe belangrijk wetenschap binnen de islam is, of stilgestaan bij de spiritualiteit van de oorspronkelijke bewoners van Australië. Het racisme binnen de West-Europese wetenschap wordt hierbij niet uit de weg gegaan. Hierdoor schept de tentoonstelling een gevarieerd, genuanceerd beeld over zowel wetenschap als religie.
Een open blik
Toen ik het gastenboek opensloeg, vroeg ik me toch af of de centrale boodschap van de tentoonstelling goed is overgekomen. Een aantal mensen lijkt de titel ‘De schepping van wetenschap’ zeer letterlijk opgevat te hebben. Iemand schreef bijvoorbeeld: ‘Een mooi overzicht van wat er door wetenschappers geschapen is. (…) Ook wetenschap is geloof! En wetenschappers kunnen vanuit het niets scheppen, terwijl ze denken dat ze ontdekken.’ Ook zijn er verassend veel berichten achtergelaten door christenen, die hadden verwacht dat het christendom meer centraal zou staan. Zo schrijft iemand dat ‘(…) mensen op moeten passen om God’s grootheid (…) in een hokje te zetten.’ Weer een ander schrijft simpelweg: ‘Een prachtig verslag hoe Gods schepping zich ontwikkelde.’ Ik denk dat bezoekers het meeste uit deze tentoonstelling kunnen halen door er met een open blik in te stappen.
Immens, maar waardevol
In eerste instantie vond ik ‘De waarde van de wetenschap’ te immens. De materiele opstelling en achterliggende kaders zijn gewoonweg te breed om helemaal in je op te nemen. Maar naarmate ik door de tentoonstellingszalen liep, bekroop mij het gevoel dat deze opzet een goede keuze was. Juist vanwege de brede opzet ontstaat ruimte voor meerstemmigheid. De tentoonstelling weet hierdoor niet alleen het gestandaardiseerde beeld over de relatie tussen religie en wetenschap te ontkrachten, maar ook minderheden een plek binnen deze thema’s te geven.
Misschien is het onmogelijk om alles in deze tentoonstelling in je op te nemen, maar dit is wel een goed excuus om tweemaal naar het museum te gaan. En dat is zeker nog mogelijk: de tentoonstelling is te zien tot 2 juni 2024.
Inge Kleefman (25) studeerde Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en behaalde haar Master Geschiedenis en Actualiteit aan de Radboud Universiteit. Momenteel is zij werkzaam in de archiefsector.