Ben jij nieuwsgierig hoe de verre voorgangers van Arjen Lubach het publieke debat bespeelden? De expertisegroep Nederlandse letterkunde zoekt een promovendus die zich bezig wil houden met de rol en functie van populaire gedrukte humorteksten in de Lage Landen in de zeventiende en achttiende eeuw. Op basis van een rijk, maar goeddeels vergeten corpus van komische werken zet je nieuwe lijnen uit in het onderzoek naar humor en de publieke sfeer.

Je promotieonderzoek richt zich op de vroegmoderne Nederlandse humor, meer in het bijzonder op gedrukte komische teksten. Gedurende de gehele zeventiende en achttiende eeuw tiert de literaire humor welig in de Lage Landen, van klucht tot puntdicht tot satirisch tijdschrift. De vele spottende en amuserende publicaties die op dat moment in druk circuleren, mikken op een breed publiek. Onder noemers als ‘schuitepraatje’, ‘mercuur’, ‘rarekiek’ en ‘neusboekje’ worden ze, in steeds weer wisselende samenstellingen, (her)uitgegeven. Opiniëren en het publiek vermaken gaan daarbij vaak samen op. Door deze ‘ludieke sfeer’ van komische reflecties op de maatschappij zowel vanuit materieel als vanuit stilistisch en inhoudelijk oogpunt te onderzoeken, leren we meer over de toenmalige leescultuur en culturele infrastructuur, het publieke debat en de politiek-ideologische positie die humor inneemt binnen de vroegmoderne samenleving.

Je krijgt als promovendus de vrijheid om je eigen accenten aan te brengen in het onderzoek, maar werkt wel binnen de kaders van de begeleidende stafleden, in het bijzonder de onderzoekslijn naar vroegmoderne Nederlandse humor van dr. Ivo Nieuwenhuis. Je hebt idealiter specifieke interesse in de internationale inbedding van het corpus humorteksten en in de verknooptheid van hun materiële vorm en literaire stijl met ideologische vraagstukken.

Je belangrijkste taak vormt het uitvoeren van je promotieonderzoek. Je bestudeert wetenschappelijke literatuur en primaire bronnen, en analyseert het corpus humorteksten vanuit cultuur-, literair- en boekhistorisch perspectief. Dit mondt uiteindelijk uit in een dissertatie. Hiernaast presenteer je regelmatig de (tussentijdse) bevindingen van je onderzoek op congressen in binnen- en buitenland.

Je onderzoek wordt ingebed in het Radboud Institute for Culture & History (RICH). Je maakt deel uit van de Graduate School  ort he Humanities (GSH). Je besteedt 75% van je tijd aan het onderzoek voor en schrijven van je proefschrift. De overige 25% besteed je aan training en academische dienstverlening aan de Faculteit der Letteren, inclusief onderwijs geven.