Historici.nl





Gepubliceerd op 23-02-2022

Prikken en theedrinken. Het werk van plattelandsdokter Anna Ivanovna Veretennikova in Basjkirië

In 1883 werd op de weidse Basjkierse steppe een vrouwelijke Russische plattelandsdokter gearresteerd, volgens de politie ‘wegens politieke misdaden’.[1] Haar naam was Anna Ivanovna Veretennikova. Het is nog steeds niet helemaal duidelijk waarom ze werd vastgehouden. Ze was dan misschien wel de nicht van Vladimir Lenin, maar zij had al die tijd alleen maar haar werk als arts willen doen. Dus wat betekende ‘politieke misdaden’ hier eigenlijk? Wellicht bevat haar eigen verhaal, opgetekend in het onafgemaakte Aantekeningen van een plattelandsdokter, hier aanwijzingen voor, en kan ze ons vertellen hoe het was om als een van de eerste vrouwelijke artsen van Rusland in een enorm gebied te werken, waar ze alleen het vertrouwen van haar duizenden patiënten kon winnen als ze snel hun taal en hun gebruiken leerde.

Op weg

Anna Ivanovna Veretennikova.[2]

Anna Veretennikova werd geboren in 1855 in een familie van lagere adel. Haar moeder was de zus van Lenins moeder en de jonge Anna bracht daarom meerdere zomers door met de vijftien jaar jongere Lenin op het familielandgoed in Kokoesjkino, iets ten oosten van Kazan. Haar opa van moederskant was arts en als jong meisje droomde ze er al van in zijn voetsporen te treden. In 1877, net voordat Aletta Jacobs in Nederland haar hard bevochten artsendiploma behaalde, begon Veretennikova aan haar medische studie bij de Vrouwelijke Medische Cursussen. Dit instituut was sinds 1872 (eerst onder een andere naam) verbonden aan de Medisch-Chirurgische Academie en legde zich als eerste in Europa exclusief toe op de artsenopleiding voor vrouwen.[3] Anna bleek enorm getalenteerd, vooral in oogheelkunde. In 1882 rondde ze haar opleiding glansrijk af en, zo schreef ze later, belandde ze direct ‘vanuit de studentenbanken’ in de grootste provincie van Basjkirië, Oefa, om daar in dienst te treden van het lokale zelfbestuur op het platteland, de zemstvo.

Deze tamelijk liberale bestuursvorm werd in 1864 geïntroduceerd als onderdeel van de Grote Hervormingen van staatsbestel en samenleving. Maar pas nadat het Russische bestuur begin jaren 1870 het bestaan van de gedeeltelijk nomadische Basjkierse landeigenaren bijna letterlijk had omgeploegd, om zo Russische landheren en kolonisten aan te trekken en de steppe tot graanschuur om te vormen, werd Oefa ‘beschaafd’ genoeg bevonden om ook daar zemstvo’s in te voeren. Het gekozen zelfbestuur had de opdracht om naast landbouw en onderwijs ook gezondheidszorg voor zijn gemeente te organiseren. Aldus trokken veel artsen zoals Veretennikova naar het platteland. In de koets onderweg naar haar standplaats in de gemeente Belebej floot de koetsier een volgens haar nogal ‘klagend’ Tataars wijsje en begon ze te twijfelen aan haar toekomst: hoe zou de lokale, Islamitische bevolking haar behandelen? En zouden ze haar wel vertrouwen als vrouwelijke arts en Russisch bovendien? De Russische boer kende ze wel, maar ‘zou het verschil in nationaliteit, religie en taal geen onbepaald obstakel tussen mij en mijn patiënten vormen?’[4]

Respect

De verschillen bleken overbrugbaar: Veretennikova hielp de gesluierde vrouwen gewoon in haar slaapkamer, en met wat woordjes Basjkiers en veel kopjes thee wist de ongehuwde arts zelfs de nieuwsgierigste omaatjes ervan te overtuigen dat een echtgenoot hier alleen maar in de weg zou lopen. De grootste uitdaging kwam juist uit de hoek van het zelfbestuur. Vooral in de beginjaren leden veel zemstvo’s in Rusland aan geldgebrek, waardoor Veretennikova haar patiënten geen medicijnen kon geven of niet kon opereren als ze niet zelf voor bijna de helft van haar inkomen de instrumenten en geneesmiddelen in Kazan en Sint-Petersburg bestelde. De vaak machtsdronken en frauduleuze zemstvo-bestuurders haalden daar tot haar grote ergernis hun schouders over op: ‘Dure medicijnen, zoals kinine, “zijn slecht voor de boer, omdat hij een ruige natuur heeft en hoe ruiger, maar vooral hoe goedkoper het medicijn, hoe heilzamer het voor hem moet werken.”’[5] Om haar enorme werkgebied te kunnen bedienen was Veretennikova bovendien aangewezen op een ‘hulpdokter’. Maar als we haar mogen geloven, was ‘haar Baskakov’ zelf praktisch boer, ging hij liever naar de kroeg en was hij ‘zo onwetend dat hij gerust bijvoorbeeld arsenicum of morfine in plaats van soda kan meegeven’.[6]

Ondanks zulke ‘hulp’ konden plattelandsartsen de vraag echter niet aan. Net als elders in Europa ontstond onenigheid tussen artsen of ze, naast genezen, ook niet ziektes moesten proberen te voorkomen. Dat leidde tot interventies in het dagelijks leven in de vorm van ofwel sociale hygiëne, of later, vaccinaties.[7] De nadruk van de ‘hygiënisten’ op een sterke band met het volk zien we terug bij Veretennikova, maar ze werkte ook de in haar ogen malafide ‘inenters’ eruit, die misbruik maakten van diepgewortelde vooroordelen jegens vaccinatie door mensen de inenting te laten afkopen. Vervolgens betaalde ze uit eigen zak de preparaten om zelfs de boeren die van buiten haar werkgebied kwamen te vaccineren. De dorpsbewoners waren dol op haar: ze sprak de taal, was benaderbaar, hulpvaardig en dus zeker geen ambtenaar.[8]

Michail Antonovitsj Kroekovski, Basjkieren op de bazaar van Troitstk, in de regio Tsjeljabinsk (1908)[9]

Veretennikova was net als haar neef later zeer begaan met het volk, maar koos wel een ander pad dan Lenin. Zij zette zich in voor gestage vooruitgang, elke dag weer. Voor haar geen wapengekletter, maar kletterende kopjes thee. Ze had geen goed woord over voor de autoritaire en onverschillige zemstvo-bestuurders, die zich bedreigd voelden door haar groeiende populariteit. De ‘politieke misdaden’ waarvoor ze korte tijd vastzat, leken enkel bedoeld om haar weg te werken. Zo beweerde het zelfbestuur in het najaar van 1883 dat een vrouwelijke arts simpelweg onpraktisch was gezien de ‘bescheidenheid en respect’ die er tussen man en vrouw moest bestaan. Met statige zelfachting wees Veretennikova vervolgens de degradatie tot inenter af: zo zal ‘geen enkele zichzelf respecterende vrouwelijke arts in dienst van de Belebej-zemstvo treden’.[10] Haar werk laat zien dat de Russische poging de Basjkierse steppe bij het kernland te trekken niet alleen koloniale effecten had, maar ook mogelijkheden bood de verschillen te overbruggen. Na haar vertrek uit Basjkirië heeft Veretennikova haar memoires nooit kunnen afmaken, omdat ze al in 1888 op jonge leeftijd – in het bijzijn van haar neef – overleed aan tuberculose.

Paul van Dijk is promovendus aan de Universiteit van Amsterdam en doet onderzoek naar de veranderingen in landgebruik en volksgezondheid tussen 1861 en 1917 in twee grensregio’s in het Russische rijk, Livland en Basjkirië.

[1] Centraal Historisch Staatsarchief van de Republiek Bashkortostan (TsGIA RB), f. 187, op. 1, d. 160, t. 3, l. 900, geciteerd in de inleiding van V.A. Skatsjilov op Anna Ivanovna Veretennikova, Zapiski zemskogo vracha [Aantekeningen van een plattelandsdokter] (Oefa 1984) 14.
[2] Titelblad van Zapiski (Oefa: Basjkirskoe knizjnoe izdatel’stvo 1984).
[3] Barbara Alpern Engel, ‘Women Medical Students in Russia, 1872-1882: Reformers or Rebels?’, Journal of Social History 12 3 (1979) 394.
[4] Zapiski, 28-29.
[5] Zapiski, 44.
[6] Zapiski, 49-53.
[7] Susan Gross Solomon, ‘The Expert and the State in Russian Public Health: Continuities and Changes Across the Revolutionary Divide’, in: Dorothy Porter (ed.), The History of Public Health and the Modern State (Amsterdam & Atlanta, GA 1994) 184 & 191-195; John F. Hutchinson, ‘Tsarist Russia and the Bacteriological Revolution’, Journal of the History of Medicine and Allied Sciences 40 4 (1985) 421.
[8] Zapiski, 31 & 99-102.
[9] Wikimedia.
[10] V.A. Skatsjilov, ‘K prebyvanijoe A.I. Veretennikovoj v Basjkirii (k 100-letiju natsjala zjesnkogo vratsjebnogo obrazovanija v Rossii)’, Sovetskoe zdravoochranenie 32 4 (1973) 73-74.
Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.