Noodzakelijke en Confronterende Reflectie. Recensie van het Nationaal Holocaustmuseum
In Nederland heeft de Sjoa het hoogste percentage aan Joodse mensen in West-Europa geslachtofferd. Een museum dat deze pikzwarte bladzijde van onze nationale geschiedenis vertelt, heeft lang op zich laten wachten. Het Nationaal Holocaustmuseum stelt het verhaal van systematische uitsluiting, vervolging en deportatie, maar ook van verzet en redding van de Nederlandse Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog centraal. Hierbij wordt de pijnlijke kant van Nederlandse collaboratie niet geschuwd en roept de bezoeker op tot diepe reflectie.
Het Museum als Lieu de Memoire
Al voordat ik het museum betreed, wordt de zwaarte van deze geschiedenis door haar uiterst historische locatie evident. Het bevindt zich pal tegenover de Hollandsche Schouwburg, waar Joden in afwachting van hun deportatie verzameld werden. Naast het museum bevond zich de Joodse crèche, waar vanuit Joodse kinderen gedeporteerd, maar ook gered werden. Het museum wil hiermee het verhaal van de Sjoa vertellen ‘op de plekken waar deze gebeurtenissen plaatsvonden’. Voor de ingang is eveneens een veelvoud aan Stolpersteine te zien, die de tragiek van deze plek verder visualiseren.
Het tastbaar maken van geschiedenis
De tentoonstelling begint op de tweede etage, waar de bezoeker vooraf op de trap tweemaal wordt gewaarschuwd voor schokkende beelden. Niet voor niets, want het eerste dat ik zie is een levensgrote foto van een Nederlands jongetje. Hij loopt op een weg in een bevrijd Bergen-Belsen, met aan de zijkant van de weg een ellenlange rij van vermoorde Joden. De audiotour, die de gehele tentoonstelling cruciale context biedt, legt uit dat door de publicatie van deze foto in het tijdschrift Life in 1945 de moeder van het jongetje hem heeft kunnen terugvinden.
Het schetst de manier waarop het museum het verhaal van de Sjoa presenteert. Door middel van individuele verhalen en micro-geschiedenissen wordt het grotere verhaal van de Sjoa duidelijk. Voor mij vormt dit een indringende, persoonlijke, maar ook erg begrijpbare manier om deze geschiedenis te vertellen. Het gaat hier niet zozeer om duizelingwekkende getallen, die het gevaar hebben de geschiedenis van de Sjoa zo abstract te maken dat het haast niet te bevatten is. Juist door het laten zien van persoonlijke objecten, aangevuld met individuele verhalen, wordt deze geschiedenis blootgesteld en tastbaar voor de bezoeker.
De Sjoa in Nederland
De tentoonstelling is opgedeeld in twaalf delen. Waar het inleidende deel de opkomst van Nazi-Duitsland, de anti-Joodse maatregelen van de NSDAP en de Kristallnacht zeer bondig vertelt, wordt de bezoeker hierna meegenomen in de geschiedenis van de bezetting van Nederland en wat dit betekende voor Nederlandse Joden. Wat grote indruk wekt, zijn de tientallen meters aan talloze anti-Joodse maatregelen en verordeningen, chronologisch weergegeven op de muren van de tweede zaal. Het toont de complete afbraak van democratische en grondwettelijk bepaalde rechten in Nederland en de alsmaar erger wordende vernedering en uitsluiting van Nederlandse Joden. Dit leidde ook tot normalisering van antisemitisme onder Nederlanders.
Gewaagde confrontatie?
Het meest opvallende gedeelte ging voor mij over daderschap. De ideologen en uitvoerders van de Holocaust zoals Hitler, Reinhardt Heydrich of Nederlandse Jodenjagers poseren hier vrolijk op foto’s, glimlachend naar de camera in normale burgerkledij terwij zij hun dierbaren omarmen. Het museum wil nadrukkelijk de boodschap meegeven dat ‘normale’ mensen in staat kunnen zijn tot het meest afschuwelijke. Gewaagd is hier dan ook de spiegel waardoor de bezoeker met de eigen reflectie geconfronteerd wordt. Het doet mij onmiddellijk denken aan Hannah Arendts these, de ‘banaliteit van het kwaad’: in de juiste context en beïnvloed door ideologie of zelfinteresse zijn normale mensen in staat tot het uitvoeren van de meest vreselijke dingen.¹ Uiteraard bleef Arendts theorie niet zonder kritieken en het voelt zeer onwennig om je eigen reflectie te zien tussen vaandels met hakenkruizen en een foto van Hitler. De boodschap is echter duidelijk: het museum zet je nadrukkelijk aan tot nadenken.
Deportatie en moord
Het slot van de tentoonstelling presenteert de tragische apotheose van de Sjoa, die naast persoonlijke objecten van gedeporteerde, vermoorde of geredde Nederlandse Joden verder wordt aangevuld met angstaanjagende videofragmenten. Zo stond ik lange tijd stil bij beelden van Joden die overvolle treinen instapten, waarbij angstige blikken die indringend de camera inkijken diepe indruk maakten. Op een andere grote projectie is te zien hoe in een bevrijd concentratiekamp massagraven worden ontbloot. Toen ik mij omdraaide zag ik dat een tiental medebezoekers, evenzeer aandachtig, zwijgend en zichtbaar geëmotioneerd, naar de stille film keken.
Een indringende, noodzakelijke ervaring
Concluderend vertelt het museum een cruciaal verhaal. Niet alleen legt het een essentiële component van de geschiedenis van Nederland bloot, maar biedt het ook ruimte voor maatschappelijk debat. De zware thematiek wordt behapbaar gemaakt door korte inleidende teksten en tastbaar gemaakt door het presenteren van micro-geschiedenissen. Het enige punt van kritiek betreft de enorme hoeveelheid aan informatie. Het ene uurtje tijdslot dat de bezoeker kan boeken is veel te weinig, waardoor bezoekers vaak veel langer blijven en het museum daardoor erg druk is. Echter wordt de indruk die het museum achterlaat bij anderen duidelijk. Al pratend met wat medebezoekers wordt mij verteld dat een ‘fikse wandeling’ of een ‘borrel’ nodig is ter verwerking.
Ten slotte nodigt het museum uit tot reflectie over het handelen van Nederlanders tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar ook over hoe wij nu zouden moeten reflecteren op ons eigen handelen wanneer wij onrecht waarnemen. Niets vat dit centrale idee van het museum beter samen dan het citaat uit de Talmoed wat boven de receptie prijkt: “Aanschouwen leidt tot bewustzijn, en bewustzijn leidt tot handelen.”
Piotr Wimmers behaalde zijn onderzoeksmaster Geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Momenteel schrijft hij aan een wetenschappelijk artikel over interactief nationalisme.
Referenties:
- Blom, J.C.H. “De Vervolging van de joden in Nederland in internationaal vergelijkend perspectief.” De Gids vol. 150 (1987): 409-507
- Arendt, Hannah. Eichmann in Jerusalem: A Report on the Banality of Evil. Viking Press: New York, 1963.