Historici.nl





Gepubliceerd op 13-05-2019
Door Susan Hogervorst
Avatar foto

Herdenken voor de toekomst – secondary witnessing

Sinds enkele jaren worden bij de Dodenherdenking op de Dam kransen gelegd door zowel de eerste als de tweede generatie oorlogsgetroffenen. Terwijl de jongeren de zware krans op de standaard hangen, horen we haar of hem op een groot scherm vertellen namens wie ze een krans leggen en waarom. De broze oudere is lijfelijk aanwezig, niets minder, maar ook niets meer. Dit nieuwe ritueel maakt in een oogopslag de nieuwe fase duidelijk waarin de herinneringscultuur van de Tweede Wereldoorlog zich bevindt, en waarin ooggetuigen nog altijd een cruciale, maar niet langer actieve rol spelen.

Sinds 2016 een nieuw onderdeel van de Nationale Herdenking op de Dam: kinderen van eerste generatie oorlogsgetroffenen leggen kransen namens hun ouders en vertellen ook waarom ze dat doen. Foto: Ilvy Njiokiktjien. https://www.4en5mei.nl/onderzoek/rituelen/publicaties/de-kracht-van-herdenkingsrituelen

Sinds het live uitzenden van het strafproces tegen Adolf Eichmann in 1961, is de ooggetuige gestaag uitgegroeid tot centrale vertolker van de oorlogsgeschiedenis. Voordien waren er ook al oorlogsherinneringen gepubliceerd, in uiteenlopende vormen. Maar vanwege de indringendheid van dit nieuwe massamedium ontstond er nu geleidelijk aan een publiek voor dit unieke slachtofferschap dat nog steeds voortduurde.

En hoe belangrijker ooggetuigen werden, des te groter werd de bezorgdheid over de tijdelijkheid van hun aanwezigheid. Al sinds de jaren 80 is het aanstaande wegvallen van de ooggetuigengeneratie een belangrijke motor achter allerlei initiatieven om de oorlogsgeschiedenis vast te leggen en over te dragen aan nieuwe generaties. De Franse historica Annette Wieviorka duidde dit fenomeen, en de fase in de herinneringscultuur die daarmee ontstond, als het tijdperk van de ooggetuige.

Jongeren en oorlogsherinneringen

De laatste tijd zien we dat jongeren een steeds belangrijker rol krijgen in het overdrachtsproces van oorlogsherinneringen. De vormgeving van de herdenking op de Dam is daar een voorbeeld van, net als  het project ‘Geen nummers maar namen’. Daarin interviewden jongeren overlevenden van concentratiekamp Dachau. Uit dit project is een gelijknamige tentoonstelling voortgekomen die in 2015 te zien was in Verzetsmuseum Amsterdam. Een ander voorbeeld is het project ‘Oorlog in mijn buurt’, waarin basisschoolkinderen iemand interviewen over het oorlogsverleden van de eigen woonomgeving, en hierover vervolgens leren vertellen.

 

Deze prominentere rol van jongeren in de overdracht van oorlogsherinneringen  heeft te maken met twee dingen. Ten eerste het verlangen om te delen in de authenticiteit van de getuigenverhalen, ook als manier om de eigen identiteit vorm te geven. En ten tweede kun je het toenemende aandeel van jongeren zien als manifestatie of ‘bewijs’ van de overdracht van oorlogsherinneringen. Het gaat niet zozeer meer om het vertellen van de verhalen door ooggetuigen, maar we laten zien, juist ook aan die laatste getuigen die er nog zijn, dat hun verhalen worden doorgegeven, dat die verhalen zijn verankerd op andere plekken en in andere levens, en dat ze dus ook in de toekomst kunnen worden overgedragen op weer nieuwe geïnteresseerden.

The secondary witness

Getuigen uit de tweede hand wordt ook wel secondary witnessing genoemd. Dat begrip duidt de capaciteit aan om geraakt te worden door ooggetuigenverhalen, of door een bezoek aan een voormalig kamp, en vervolgens vanuit die eigen, authentieke geraaktheid de opgedane historische kennis over te dragen op anderen. Daarbij gaat het nadrukkelijk niet om identificatie met de ooggetuigen, zoals literatuurwetenschapper Ulrich Baer stelt. Secondary witnessing gaat volgens hem vooral om verantwoordelijkheid nemen voor het gebeurde. Dat kun je doen door te ‘getuigen’ over wat je hebt gehoord of gezien.

Onderstaand beeld uit de online presentatie van ‘Geen nummers maar namen’ maakt dit heel goed duidelijk. Hoewel de ooggetuige nog zichtbaar is op de achtergrond, gaat het hier om de jongen die haar heeft geïnterviewd en zich tot de camera wendt. We zien hen niet met elkaar praten; dat gesprek heeft kennelijk al plaatsgevonden. Het gaat om zijn kennis die de interviewer met ons deelt. De zwarte achtergrond ontdoet beiden bovendien van plaats en tijd; dit verhaal is voor overal en altijd van belang, lijkt de boodschap te zijn.

Still uit een filmpje dat onderdeel was van de tentoonstelling ‘Geen nummers maar Namen’ in Verzetsmuseum Amsterdam (www.verzetsmuseum.org). https://youtu.be/j0wbV9eKyG0?t=3

Ik denk dat nieuwe vormen van herdenken en herinneren op dit verschijnsel van secondary witnessing moeten inspelen. Maar wel moeten we oppassen dat we die rollen van getuigen uit de eerste en de tweede hand niet te zeer gaan vermengen. De jongen uit dit filmpje heeft een ander soort kennis over Dachau dan de overlevende die we nog vaag op de achtergrond zien. Dat hij een boeiend en belangrijk verhaal kan vertellen, valt niet te betwijfelen. Maar over Dachau en andere kampen zijn ook veel getuigenissen uit eerste hand bewaard gebleven om te interpreteren, becommentariëren, door te vertellen of anderszins – en niet enkel door historici.

Avatar foto
Susan Hogervorst is universitair docent historische cultuur en geschiedenisdidactiek aan de Open Universiteit. Daarnaast is ze als onderzoeker verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam in het project WAR! Popular Culture and European Heritage of Major Armed Conflicts, waarin ze zich richt op het gebruik van ooggetuigenherinneringen in musea, in de klas en online.
Alle artikelen van Susan Hogervorst
Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.