Dossier Virussen & Bacteriën – Covid-piraten zijn geen uitwas
Van alle medische, maatschappelijke en politieke beproevingen die we in deze pandemische tijden te verwerken krijgen komt de opleving van piraterij waarschijnlijk het meest onverwacht. Naast ziektekiemen en koortsige medemensen moeten we nu ook waken voor Covid-piraten, aldus inkopers van mondkapjes en Engelstalige schrijvers die vrezen voor hun auteursrechten. De rovers lijken onverwacht hun opwachting te maken, als een vijandig schip met zwarte vlag dat plots aan de horizon verschijnt. Hier houdt het avontuurlijke beeld van de piraat ons echter voor de gek. Piraterij bestaat namelijk al de hele geschiedenis lang bij de gratie van wat we anders normale handel zouden noemen. De huidige crisis met zijn Covid-piraten toont ons dan ook hoe bizar die normaliteit eigenlijk is, en geeft ons de kans er iets aan te doen.
Schepen komen er deze dagen niet bij kijken en de zee is verre van het jachtterrein, maar toch klinkt er geroep uit het kraaiennest dat de piraten in aantocht zijn. De waarschuwingen komen dit keer van Andreas Geisel, staatssecretaris in de deelstaat Berlijn. Hij beklaagde zich onlangs over Amerikaanse partijen die zijn aankoop van honderdduizenden mondkapjes voor de regionale politie op slinkse wijzen overboden en wegsluisden. ‘Moderne piraterij’, vond Geisel. Tegelijkertijd smaalde een grote groep Brits-Amerikaanse auteurs over de praktijken van de noodbibliotheek vol illegaal gescande boeken die de Internet Archives zo online kieperde. ‘Pure piraterij’, aldus een kopstuk van de Britse schrijversvakbond. De Covid-piraten houden zich dus niet schuil op zee, maar op die andere uitgestrekte en ongereguleerde verten van de eenentwintigste eeuw: het internet en de internationale markt.
De rovers die we daar nu zien opduiken lijken misschien een gelegenheidsverschijning, ingegeven door de virulente crisis die we doormaken. Opportunisten zijn deze piraten in elk geval zeker, maar ze zijn niet zomaar en plotseling uit het pre-pandemische niets ontstaan. Piraterij vindt namelijk nooit plaats in een soort afgezonderde roversutopie, op de afgelegen eilanden en de maritieme zelfkant die we kennen uit de geromantiseerde verhalen. Piraten hebben de naam (en bijpassende rechtelijke status) hostis humani generis te zijn, vijanden der gehele mensheid. Hieruit is het beeld ontstaan dat zeerovers ultieme outlaws waren, barbaren die opereerden buiten de kaders van welke wet dan ook. Negentiende-eeuwse literatuur en de hedendaagse navolgers daarvan hebben een voorname rol gehad in het bestendigen van dit Romantische beeld.
Als historisch fenomeen op open zee is piraterij echter altijd direct verbonden geweest met andere, meer legale vormen van maritieme activiteit. Historici benadrukken tegenwoordig dat vermeende piraten juist hun uiterste best deden om legitiem over te komen, bijvoorbeeld door nagemaakte of verlopen kaperbrieven te gebruiken of door zich voor te doen als marineofficier – verkleed in uniform en al. De scheidslijnen tussen rechtmatig en onrechtmatig handelen op zee waren moeilijk te trekken in een tijd dat staten geen monopolie hadden op geweld. Zelfs tijdens de ‘Gouden Eeuw van Piraterij’, toen rovers tussen 1650 en 1730 op vrijwel alle wereldzeeën soms rijk en vaak berucht konden worden, was piraterij een onderdeel en aanjager van opkomende wereldhandel en koloniaal bestuur. Zeerovers waren destijds dus geen uitwas maar eerder een uitvloeisel van een nieuw systeem van geglobaliseerde handel en verbinding.
Eigenlijk zijn de Covid-piraten daarom precies hetzelfde als hun vroege voorgangers, al weten ze amper hoe een schip vaart of enteren in zijn werk gaat. Ook nu zijn de rovers die mondkapjes wegkapen en gestolen boeken uitdelen slechts de afspiegeling van een wereld waarin farmaceutische privatisering en de schampere omgang met auteursrechten normaal zijn geworden. We hoeven dus niet al te overdonderd te zijn dat er Covid-piraten op ons af komen zeilen. Willen we echter dat ze bij een volgende crisis niet weer verschijnen, dan zouden we ons af moeten vragen naar welke nieuwe normaliteit we na dit alles koers gaan zetten.