Dossier Toegepaste Geschiedenis – Applied history in actie: learning histories
There is nothing more practical than good history
In hun spraakmakende artikel in NRC stellen Beatrice de Graaf, Lotte Jensen, Rina Knoeff en Catrien Santing terecht voor om vooral óók historici te raadplegen bij het oplossen van wicked problems. Grote problemen hebben immers lange verledens. Om die te doorgronden zijn de specialistische kennis en vaardigheden van historici hard nodig. Nu, met een crisis die zijn weerga niet kent, meer dan ooit. Graag geef ik gehoor aan de inspirerende oproep van de auteurs en hun manifest om ervaringen met applied history te delen, met als voorbeeld de theorie en methode van learning histories.
Spiegel van het verleden
De methode van de learning histories werd in de jaren ’90 aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT, Boston) ontwikkeld op basis van de theorie van de lerende organisatie. Inmiddels worden learning histories wereldwijd in talloze organisaties toegepast, ook in Nederland. Aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) hebben studenten in het kader van de maatschappelijke master sinds 2004 meer dan zeventig leergeschiedenissen geschreven voor vele profit- en non-profitorganisaties.
Van meet af aan was het centrale idee achter de methode dat organisaties alleen maar duurzaam kunnen veranderen als ze leren reflecteren op hun verleden. Het leerproces wordt op gang gebracht door de organisatie een spiegel voor te houden van de eigen geschiedenis, verteld door medewerkers en buitenstaanders. Daarnaast stelt de leergeschiedenis kritische vragen en geeft ze adviezen voor de toekomst. Leergeschiedenissen zijn een radicale vorm van applied history: het doel is om organisaties van actionable knowledge te voorzien.
Interdisciplinaire methode
De theorie van de leergeschiedenis put uit de psychologie, sociologie, economie, bestuurskunde en de filosofie. De samenhang tussen deze disciplines wordt gewaarborgd door het systeemdenken. Aan de RUG zijn in de loop der jaren de methode en de theorie verder aangescherpt. Kenmerkend voor de Groningse School is de nadruk op het belang van bronnenonderzoek; op basis van bronnen stellen onderzoekers tijdlijnen op die de ruggengraat vormen voor interviews. Verder leggen we in Groningen, in navolging van het narrativisme en de theorie van storytelling, de nadruk op het belang van verhalen om die hermeneutische methodes te ontleden.
Leren van het verleden?
Veel historici en geschiedtheoretici zijn terecht sceptisch over de mogelijkheid om te leren van het verleden. Zo hield filosoof Hegel (1770-1831) zijn studenten voor dat de geschiedenis alleen maar leert dat volken en regeringen niets uit de geschiedenis leren. Om sceptici te pareren, hebben we in Groningen een theorie ontwikkeld die uitgaat van het principe dat onbedoelde gevolgen in organisaties verklaard kunnen worden door ‘blinde vlekken’ in hun verleden. Historici sporen deze op door verhalen in de organisatie te ontleden in mentale modellen waarmee mensen hun werkelijkheid waarnemen en ordenen. Historici zijn bij uitstek geschikt voor dit type onderzoek, want hun opleiding bestaat voor een belangrijk gedeelte uit het waarnemen en analyseren van waarnemingen in het verleden. Om de blik van de studenten te scholen, dient De kaas en de wormen als voorbeeld; Ginzburg toont ons hoe we kunnen zien hoe Menocchio en de Inquisitie naar de werkelijkheid en elkaar keken.
Actionable knowledge
Leergeschiedenissen worden niet geschreven voor de boekenkast, maar om organisaties in beweging te brengen. Zo heeft de opleiding van de Belastingdienst leergeschiedenissen ingezet om medewerkers real life gevallen voor te leggen in plaats van fictie. Een omvangrijke leergeschiedenis voor de gemeente Groningen werd in 2015 gepresenteerd tijdens een sessie voor vijftig ambtenaren, en kreeg een vervolg in een verdiepend onderzoek naar burgerparticipatie in de wijken. Eén organisatie ging na de lezing zelfs volledig overstag en dankte de studenten met de historische woorden: ‘Dank je wel voor de schop onder onze kont’. Vorig jaar onderzochten studenten de bestuurlijke problematiek rondom de aardbevingen in de provincie Groningen.
Internationale ontwikkelingen
Op 19 en 20 januari 2017 werd in Groningen het eerste grote internationale congres over learning histories gehouden. Op dit congres deelden learning historians uit alle hoeken van wereld hun ervaringen. Onder de sprekers waren de eerste learning historians van MIT: Art Kleiner, George Roth en Hilary Bradbury. Uit het congres zijn enkele samenwerkingsverbanden voortgekomen die ook tot publicaties hebben geleid. In de komende jaren zal de samenwerking worden uitgebreid. Historici uit Nederland zijn van harte uitgenodigd om daaraan een bijdrage te leveren. De tijd is er rijp voor: de coronacrisis toont nu al wat het tragische lot is van organisaties die niet van het verleden leren.
Een verslag van het congres is hier te vinden: https://www.historici.nl/verslag-learning-histories-for-sustainable-societies/
Papers: https://www.rug.nl/research/research-let/onderzoek-per-vakgebied/geschiedenis/learning-histories/, Rik Peters en Karin Thier, ‘Learning Histories: Re-authoring the Future in the Mirror of the Past’ in: J. Chlopczyk and Erlach C. (eds) Transforming Organizations. Management for Professionals (Springer, Cham 2019).
Rik Peters is universitair hoofddocent aan de Rijksuniversiteit Groningen, r.g.p.peters@rug.nl