Historici.nl





Gepubliceerd op 14-05-2024

Dossier Republic – Gestrand bij de Meeuweduinen – de avonturen van kapitein Tjaert de Groot

Bron: Delpher.nl

HARLINGEN, den 15 january. “Tusschen Saturdag en Zondag, ’s nagts ten 1 à 2 uuren, ontstond alhier een hevige Brand in het Admiraliteits Huis, het geen geheel af en uitgebrand is, benevens nog aan wederzyden, de Pakhuizen, daar Zeilen, Touwwerk en verdere Amunitie ter Zee dienende, wierden bewaard; niets heeft men daar van kunnen bergen”.

Zo berichtte de Amsterdamse Courant op 19 januari 1771, over de brand die zich in de nacht van 12 op 13 januari in Harlingen had voorgedaan. Bij die brand ging het hoofdgebouw van de Friese Admiraliteit in vlammen op, inclusief het hele archief. In de Republiek der Verenigde Nederlanden was de marine verdeeld over vijf admiraliteitskamers: De Maze (Rotterdam), Amsterdam, Zeeland, het Noorderkwartier (Hoorn en Enkhuizen) en Friesland. De Friese Admiraliteit zetelde in de periode 1597-1645 in Dokkum. Hoewel we door diverse publicaties een vrij goed beeld hebben van het reilen en zeilen van de Admiraliteit in die Dokkumer periode, is bij de brand dus ook veel informatie verloren gegaan.[1] Voor onderzoek naar de Friese Admiraliteit zijn we daarom aangewezen op andere archieven, zoals die van de Gedeputeerde Staten van Friesland of van de Staten-Generaal. Nu de resolutiën digitaal toegankelijk zijn, heb ik als case study gekeken naar wat ze aan informatie opleveren over een kapitein die opereerde aan het eind van de ‘Dokkumer periode’ van de Friese Admiraliteit: Tjaert Ryenx de Groot, bijgenaamd ‘Groote Tjaert’.

De Zeeslag bij Duinkerken, door Willem van de Velde de Oudere. V.l.n.r. de Rotterdam, de Nassau, de Prins Hendrik, de Deventer, de Aemilia en daarnaast mogelijk de Friesland? Collectie Rijksmuseum, Amsterdam

Een gouden ketting
Tjaert voer in de jaren 1636-1637 op het schip Gideon voor de Admiraliteit van De Maze. Daarna werd hij aangesteld als kapitein van het fregat Friesland met 22 stukken geschut, waarmee hij zich verdienstelijk maakte in de Zeeslag bij Duinkerken op 18 februari 1639. Uit de resolutiën van de Staten-Generaal blijkt dat zijn deelname in de slag hem een gouden ketting opleverde ter waarde van 400 gulden en 2 stuivers.[2] Verder blijkt uit de resolutiën dat Tjaert in ieder geval vanaf april 1639 in dienst was van de Admiraliteit van Friesland, mogelijk al eerder.[3] In de Zeeslag bij Duins op 31 oktober 1639 speelde hij wederom een belangrijke rol. Een dag voordat de strijd losbarstte had luitenant-admiraal Maarten Tromp aan Tjaert de opdracht gegeven Witte de With en Joost van Trappen Banckert te waarschuwen, zodat ze zich bij Tromp zouden voegen. Die versterking zou cruciaal blijken voor Tromps overwinning.[4]

Gestrand bij de Meeuweduinen
Maar ‘Groote Tjaert’ had niet alleen succes, zo blijkt uit een inschrijving in de resolutiën op 8 februari 1643: ‘Ontfangen een missive van Cap. Tjaert de Groot, geschreven op het Eijlandt van Texel den 6e. deses, houdende advertentie, dat hij met zijn onderhebbent Schip gestrant is’.[5] Wat was er precies gebeurd? Interessant is, dat de resolutiën vaak verwijzen naar onderliggende stukken, die nu door de digitalisering en stuk makkelijker te vinden zijn. Dat geldt ook voor deze missive. Tjaert begon zijn brief als volgt:

‘Mijn heeren hebbe niet connen naerlaeten te adviseeren mijn droevich ongeluck, tissulcx dat Godt betert mijn onderhebbende landts schip genaempt het fregat Vrieslandt staende ter directie van Harlingen aenden Eijlande van Texel aende meeuwe duijnen heb moeten strande […]’.

 

Fragment van de brief van Tjaert de Groot van 6 februari 1643. Nationaal Archief, Den Haag

Tjaert had vier etmalen voor het eiland tegen de elementen gestreden en was in de storm een anker verloren. De bemanning was gelukkig wel gered. Er was ook een boeier vergaan met paarden aan boord ‘waer van oock al eenige hier aenstrandt doodt sijn aenstrant gecomen, ende niemandt ooghen schijnlijck daer aff is gecomen’. Het fregat Friesland lag op het strand en de manschappen waren druk bezig om er goederen uit te redden. Ze wisten het geschut en een groot deel van de scheepsuitrusting veilig te stellen, maar het schip zelf was niet meer bruikbaar.[6]

Fragment van een gravure van een schip in een storm door Stefano della Bella, circa 1650. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam

Naar Brazilië
In 1648 kreeg Tjaert de Groot een nieuwe opdracht: hij werd naar de kolonie Nederlands-Brazilië gestuurd om tegen de Portugezen te vechten. Via Openarchieven.nl zijn hierover diverse vermeldingen te vinden. In 1652 keerde hij met het schip Frisia terug; de resolutiën van de Staten-Generaal bieden informatie over hoe het hem daarna is vergaan. Later dat jaar vroeg hij nog om opnieuw op dit schip aangesteld te worden, maar het lijkt erop dat dit niet doorging. De eerstvolgende vermelding van Tjaert de Groot is in 1655, als zijn weduwe Attie Saeckes –Tjaert is dus overleden– om betaling van de twaalfduizend gulden waar haar man nog recht op had vanwege zijn reis naar Brazilië.[7] Ze richt meerdere brieven aan de Staten-Generaal, die vervolgens de Admiraliteit van Friesland vragen om haar het bedrag uit te keren. Uit de resolutiën wordt niet duidelijk of dit is doorgegaan. Toch is ook deze vermelding een mooi voorbeeld van hoe de resolutiën interessante en soms zeer persoonlijke informatie kunnen bevatten, over – in dit geval – de carrière en belevenissen van een Friese kapitein in de zeventiende eeuw. Dit soort informatie ontbreek veelal in andere archieven.

Nykle Dijkstra studeerde maritieme geschiedenis aan Universiteit Leiden en is werkzaam bij het Historisch Centrum Leeuwarden.

[1] Zie bijvoorbeeld: Thea Roodhuyzen, De Admiraliteit van Friesland (Franeker: Van Wijnen, 2003), L. Kamminga, Schepen van de Friese Admiraliteit (Leeuwarden: Miedema Pers, 1973) en Ihno Dragt, De Admiraliteit in Dokkum: 1597-1645 (Dokkum: Streekmuseum Het Admiraliteitshuis, 2012).

[2] NL-HaNA, Staten-Generaal, 1.01.02, inv.nr. 3245, d.d. 6 april 1639.

[3] NL-HaNA, Staten-Generaal, 1.01.02, inv.nr. 3245, d.d. 14 april 1639.

[4] Luc Panhuysen, Het Monsterschip: Maarten Tromp en de armada van 1639 (Amsterdam: Atlas Contact, 2021), 232-235. Zie voor de loopbaan van Tjaert de Groot ook: https://hvnf.nl/index/varendpersoneel.htm

[5] NL-HaNA, Staten-Generaal, 1.01.02, inv.nr. 3202, d.d. 8 februari 1643.

[6] NL-HaNA, Staten-Generaal, 1.01.02, inv.nr. 5530, brief van Tjaert de Groot aan de Staten-Generaal, 6 februari 1643.

[7] NL-HaNA, Staten-Generaal, 1.01.02, inv.nr. 3261, d.d. 22 mei 1655.

Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.