Historici.nl





Gepubliceerd op 26-10-2021

Dossier Gender en Arbeid – Gesina ter Borch en haar broers. Over kansen in een kunstenaarsfamilie

Het dossier Gender en Arbeid verdiept zich in genderverhoudingen op de zeventiende-eeuwse werkvloer. Dit dossier bestaat uit bijdragen van sprekers die tijdens de Nacht van de Geschiedenis op 30 oktober 2021 in het Rijksmuseum lezingen zullen geven bij diverse objecten op zaal. In dit dossier wordt een exclusief voorproefje gegeven van hun verhalen. Mocht u naar aanleiding van deze bijdragen vragen hebben voor de auteurs, bezoek dan vooral de Nacht van de Geschiedenis en ga met hen in gesprek.

Man te paard, van achteren gezien, Gerard ter Borch (II), 1625

Toen Gerard ter Borch II (1617-1681) zeven jaar oud was, tekende hij een paard met een ruiter, overtuigend gezien van achteren, dankzij de indrukwekkende verkorting van het dier. Kunsthistorici kunnen doorgaans slechts dromen van kindertekeningen van oude meesters. In verreweg de meeste gevallen zijn zulke vroege manifestaties van artistiek talent allang verloren gegaan. De jeugdtekening van Gerard kennen wij dankzij de inspanningen van zijn halfzus Gesina (1631-1690). Zij verzamelde het werk van de familie en hield het bijeen. Bijna tweehonderd jaar na haar dood werd de verzameling van verscheidene albums en meer dan 1100 losse bladen ontdekt. In 1886, na het overlijden van de laatste Ter Borch-erfgenaam, werd deze nalatenschap op veiling haast in het geheel aangekocht door het Rijksmuseum.

Gesina’s vader Gerard I (1582/83-1662) was in zijn jonge jaren kunstenaar geweest, voordat hij ambtenaar in zijn geboortestad Zwolle werd. Hoewel hij zijn kinderen niet zelf een formele opleiding tot kunstenaar kon bieden, blijkt uit de nalatenschap hoe toegewijd hij hen leerde tekenen. Naast een groot aantal tekeningen van Gesina’s vader en van haar broers Gerard, Harmen en Moses, omvat de verzameling ook werk van haar eigen hand. Hoogtepunten zijn de paginagrote aquarellen in haar Konstboek, een album waarin zij ook tekeningen van familieleden en lofdichten over haarzelf, geschreven door vrienden, plakte.

Twee zelfportretten, Moses ter Borch, ca. 1660 – ca. 1661

Toen kenners zich voor het eerst over de nalatenschap bogen, werd met groot enthousiasme het wonderkind Moses ter Borch ontdekt. Onder andere zijn portretstudies tonen zijn onmiskenbare talent, waarmee hij had kunnen wedijveren met zijn oudere halfbroer Gerard. Moses verkoos echter een carrière op zee boven een als kunstenaar en sloot zich rond zijn twintigste aan bij de Nederlandse vloot. In 1667, op 22-jarige leeftijd, sneuvelde hij in strijd tegen de Engelsen. Zijn familie herdacht hem als moedige held in vele gedichten, allegorische scenes en postume portretten.

Een uitzonderlijk voorbeeld is het geschilderde memorieportret van Moses. Het is gemaakt door Gerard en Gesina samen, een unicum. Het schilderij van bescheiden formaat toont Moses statig ten voeten uit. Dit portrettype werd door andere kunstenaars meestal voor grote schilderijen gereserveerd, maar Gerard schilderde vaker relatief kleine portretten van met name de Overijsselse adel in volle lengte. Het memorieportret is voor een belangrijk deel gebaseerd op postume portretten van Moses in aquarel, die Gesina in haar Konstboek maakte. Op de hoed na is de kleding identiek. Ook de houding en de rots met klimop is overgenomen. Moses is in het schilderij omringd door symbolen. De helm en de schelpen verwijzen bijvoorbeeld naar zijn carrière op zee. De klimop staat voor eeuwigheid. De vlinder, het zakhorloge, de zandloper en de schedel symboliseren de vergankelijkheid van het leven en de dood zelf. Deze historische en allegorische details zijn ook het werk van Gesina: haar aquarellen kenmerken zich door de vele gecompliceerde en tot in detail uitgewerkte symbolische verwijzingen. Het memorieportret is het enige schilderij dat wij van Gesina kennen. De belangrijke inbreng van Gerard, die de techniek in olieverf tot in de puntjes beheerste, is duidelijk te herkennen in de weergave van het gezicht en de stofuitdrukking van het kostuum.

Tekst gaat door onder de afbeeldingen

Memorieportret van Moses ter Borch, Gerard ter Borch (II), Gesina ter Borch, 1667 – 1669

Moses op de kust bij Harwich, Gesina ter Borch, in of na 1667 – in of voor ca. 1687

De ateliernalatenschap die Gesina bijeen heeft gebracht, is niet alleen een rijke informatiebron over de artistieke talenten en ontwikkelingen van leden van de Ter Borch-familie, maar biedt ook zeldzame inzichten in de genderrollen binnen het gezin. Dankzij de omgeving waarin Gesina opgroeide, kon zij haar tekentalent verkennen en ontwikkelen: een zeldzaamheid voor zeventiende-eeuwse vrouwen. Alison McNeil Kettering duidt in de 1988-catalogus van de Ter Borch-nalatenschap overtuigend het oeuvre van Gesina, waarbij zij ook ingaat op de verschillen tussen haar en haar broers. Zij was geen student van haar vader, zoals haar broers dat waren. Zo annoteerde Gerard de Oude maar twee van haar vele werken op papier, terwijl dat bij zijn zoons de norm was.

Zittende jonge vrouw in het kostuum van een boerenmeisje, Gerard ter Borch (II), ca. 1650 – ca. 1660

Gesina richt zich aanvankelijk op het voor meisjes geschikt geachte kalligrafie. Haar broers beginnen vanaf een jaar of zeven te tekenen, zij pas rond haar vijftiende. Waarschijnlijk leerde zij het dankzij haar jongere broers Harmen en Moses. Gesina was ook het lievelingsmodel van Gerard. Wij zien haar vaak terug in zijn schilderijen in verschillende rollen. Hiervoor moet zij uren hebben geposeerd voor hem, bijvoorbeeld in boerenkleding. Hij zal advies hebben gegeven, ook tijdens het schilderen van het memorieportret van Moses. Gesina’s werk toont haar aanleg en devotie voor de kunsten. Het talent bleef echter onderontwikkeld, ook omdat zij nooit een officiële opleiding tot kunstenaar zou volgen, zoals haar broer Gerard. Structurele ongelijkheid tussen man en vrouw was de veelal onbevraagde norm. Er is in Gesina’s werk geen afgunst te bespeuren over de kansen die haar broers kregen, eerder een grote genegenheid voor hen. Er zullen aan keukentafels in de Republiek meer geïnteresseerde en getalenteerde zussen hebben gezeten. Gesina’s albums bieden een zeldzaam tastbaar bewijs van deze interesses en talenten, en dankzij haar verzameling hebben wij de kans om die te leren kennen.

Justine Rinnooy Kan is junior conservator zestiende- en zeventiende-eeuwse Nederlandse schilderkunst bij het Rijksmuseum in Amsterdam

 

Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.