Dossier Gender en Arbeid – Drie regentessen van het Leprozenhuis in Amsterdam. Bestuur, kunst en liefdadigheid
Het dossier Gender en Arbeid verdiept zich in genderverhoudingen op de zeventiende-eeuwse werkvloer. Dit dossier bestaat uit bijdragen van sprekers die tijdens de Nacht van de Geschiedenis op 30 oktober 2021 in het Rijksmuseum lezingen zullen geven bij diverse objecten op zaal. In dit dossier wordt een exclusief voorproefje gegeven van hun verhalen. Mocht u naar aanleiding van deze bijdragen vragen hebben voor de auteurs, bezoek dan vooral de Nacht van de Geschiedenis en ga met hen in gesprek.
Iedereen heeft gehoord van zeventiende-eeuwse regenten, maar hoe zit het met de regentessen, hun vrouwelijke collega’s? Met name in de literatuur zijn de regentessen opmerkelijk afwezig. Toch lieten zij, op hun eigen manier, wel degelijk wat van zich zien. Zo gaven drie regentessen van het Leprozenhuis in Amsterdam rond 1668 niemand minder dan de beroemde schilder Ferdinand Bol de opdracht een groots portret te laten maken. Het imposante portret hing tot de sloop van het gebouw in 1867 in het Leprozenhuis boven een bijpassende, marmeren schouw. Op deze schouw zijn de familiewapens van de regentessen te zien. Van links naar rechts gaat het om Clara Abba, Elizabeth van Duynen en Agatha Munter. Zij lieten zich, net zoals hun mannelijke collega’s, vereeuwigen met een groepsportret.
Vrouwen met status, rijkdom en maatschappelijke betrokkenheid. Zo zou ik de regentessen omschrijven.
Het belang van liefdadigheid
In de zeventiende eeuw groeide Amsterdam in rap tempo uit tot een rijke wereldstad. Het bevolkingsaantal groeide van 30.000 inwoners in 1585 naar ongeveer 220.000 inwoners in 1680. De stad trok veel kooplieden, handelaren en ambachtsmannen aan, maar ook veel mensen die op zoek waren naar een beter leven. Veel van deze gelukszoekers kregen echter nooit een redelijk inkomen. Er bestond een scherp contrast tussen een grote groep armen en een kleine groep rijken.
In een tijd waarin de verzorgingsstaat niet bestond, waren particuliere liefdadigheidsinstellingen voor veel mensen van levensbelang. Van goede protestanten en rijke burgers werd verwacht dat zij bijdroegen aan deze structuur van liefdadigheid. Dat gold zowel voor mannen als vrouwen. Het Leprozenhuis in Amsterdam was een van deze liefdadigheidsinstellingen. In het bestuur zaten vier regenten en drie regentessen, die elk eigen bestuurstaken uitvoerden.
Wat vertelt een regentessenportet ons over vrouwen in de zeventiende eeuw?
Het portret van de drie regentessen geeft hen in hun bestuursfunctie weer. Het is echter niet duidelijk hoe de taken tussen regenten en regentessen precies verdeeld waren. Veel documentatie is door de jaren heen verloren gegaan, en bovendien werd er überhaupt vrij weinig over het bestuur van de regentessen geschreven. Aangenomen wordt dat de vrouwen in ieder geval het personeel aanstuurden en beheerden, omdat dit binnen hun eigen huishoudens doorgaans ook het geval was. Daarnaast kunnen we uit de attributen die op tafel liggen en die op verschillende regentessenportretten te zien zijn, opmaken dat zij in elk geval hun eigen administratie voerden en zelfstandig geld beheerden.
Regentessenportretten zoals die van Clara Abba, Elizabeth van Duynen en Agatha Munter laten niet alleen zien dat vrouwen actief meededen aan het bestuur van verschillende maatschappelijke instellingen, maar ook dat zij invloed hadden op de kunstmarkt als opdrachtgeefsters en kopers van kunst.
Nacht van de Geschiedenis
Tijdens de Nacht van de Geschiedenis, op 30 oktober 2021 in het Rijksmuseum, wil ik u graag meer vertellen over deze drie bijzondere regentessen. Dit jaar is het thema, (On)gezien werk. Wat kan het regentessenportret en soortgelijke werken ons vertellen over hoe vrouwen invloed hadden op de zeventiende-eeuwse kunstmarkt? Wat vertelt ‘Portretten van drie regentessen van het Leprozenhuis in Amsterdam’ ons over het werk dat zij verrichtten, en komt dat overeen met het idee dat we over de zeventiende-eeuwse vrouwen hebben? Ik zal mijn verhaal onder andere baseren op het boek Gouden Vrouwen van de 17de eeuw. Hierin wordt aan de hand van 34 vrouwen besproken hoe zij als makers, opdrachtgevers en verzamelaars invloed hadden op de Nederlandse kunst. Uniek aan dit boek is dat het door 34 studenten van de Universiteit van Amsterdam, onder leiding van prof. dr. Judith Noorman, geschreven is. Hierdoor geeft het een frisse kijk op en nieuwe inzichten in een (on)gezien onderwerp. Er valt nog veel te bespreken en te ontdekken; daarom hoop ik u terug te zien op de Nacht van de Geschiedenis.