Dossier Ecogeschiedenis – Verleden, heden en alternatieve toekomsten in het Antropoceen. Geschiedenis als verhulde collaboratie of openstelling van onze verbeelding
Afgelopen zomer gaat de boeken in als de heetste zomer die Europa ooit heeft gekend; hitterecords werden overal verbroken en natuurbranden woedden in alle hoeken van het continent. Het Antropoceen, de aanduiding voor de tijdsperiode waarin de mens de grootste geologische, ecologische en klimatologische kracht op de planeet is, verscheen deze zomer in alle geweld op het toneel van het dagelijkse leven.
De urgentie van de situatie waarin we ons bevinden is simpelweg niet meer te ontkennen. Toch ervaren we als collectief nog steeds veel moeite om adequaat te reageren op de feiten die ons gepresenteerd worden. Dit was een van de centrale kwesties tijdens de zomerschool van de Onderzoekschool Politieke Geschiedenis, waarin dit jaar het snijvlak tussen politieke en milieugeschiedenis onder de loep genomen werd. Een van de belangrijkste bevindingen was dat historici een essentiële rol kunnen – en zouden moeten – spelen in het doorgronden van de hachelijke situatie waarin we ons bevinden, om op die manier geschikt collectief handelen mogelijk te maken.
Collectieve staat van verlamming
Waar komt onze collectieve staat van verlamming vandaan? Maarten Hajer, politicoloog aan Universiteit Utrecht, stelde tijdens de zomerschool dat we onze kijk op de toekomst moeten bestuderen om een antwoord te geven op deze vraag. Toekomststudies stelt dat onze staat van verlamming voortkomt uit een beperkte collectieve toekomstverbeelding, die wordt gedomineerd door toekomstmodellen gebaseerd op kansberekening en risicoanalyses. De hieruit voortkomende verwachtingen over de toekomst zijn een bepalende factor in ons handelen. Hiermee is ons collectieve handelen beperkt tot het volgen van waarschijnlijkheden die uit deze modellen voortkomen. In de praktijk betekent dit dat we in ons handelen slechts beperkt zullen afwijken van een voortzetting van de status quo. Een status quo die, welteverstaan, het Antropoceen in leven heeft geroepen.
Tekst gaat verder onder afbeelding.
Geschiedenis en toekomstverbeelding
Om deze collectieve staat van verlamming te doorbreken en daadkrachtig handelen mogelijk te maken, hebben we alternatieve toekomstverbeeldingen nodig. Geschiedenis kan als wetenschap een belangrijke rol spelen om op huidige toekomstverbeeldingen te reflecteren en die te deconstrueren. Daar biedt ze een opening om alternatieve toekomsten voor te stellen, mits aan twee voorwaarden wordt voldaan.
Alternatieve geschiedenissen
De eerste vereiste is dat historici kritisch staan tegenover structureel-functionalistische benaderingen van de geschiedenis. Een structureel-functionalistische kijk op de geschiedenis ziet externe krachten, zoals techniek of economische processen, als de drijfveer van historische ontwikkelingen. Daarbij presenteert deze benaderingen de geschiedenis vaak als een lineaire vooruitgang.
In het boek Het begin van alles presenteren David Graeber en David Wengrow een overtuigend betoog tegen lineaire interpretaties van de geschiedenis. Lineaire vooruitgang impliceert namelijk de afwezigheid van handelingsvermogen; het suggereert dat we gevangenen zijn van onze eigen uitvindingen. In plaats van zulke externe krachten, wordt de menselijke geschiedenis volgens Graeber en Wengrow bovenal gekenmerkt door voortdurende collectieve experimenten en speelsheid in het vormgeven van de sociale werkelijkheid. Grote variabiliteit door de kracht van menselijk handelen is de regel, lineaire verandering volgens een vast patroon is de uitzondering.
Door de geschiedenis van de mensheid te bekijken door de lens van Graeber en Wengrow, kunnen we onze huidige, beperkte toekomstverbeeldingen deconstrueren. Daarnaast moedigt het ons aan om vergeten en onderdrukte geschiedenissen te onderzoeken. Deze ‘alternatieve geschiedenissen’ kunnen vervolgens de basis vormen voor alternatieve toekomstverbeeldingen. Een recent voorbeeld betreft de kritische herinterpretatie van de geschiedenis van de naoorlogse decennia als een specifieke samenkomst van omstandigheden die we kunnen begrijpen als ‘grijze democratie’. Couperus en Milder benadrukken hoe democratie in de naoorlogse periode vervlochten is geraakt met een economisch systeem waarin groei, industriële productie gebaseerd op eindige grondstoffen en een consumptiecultuur centraal staan. Door deze kritische lens komt het idee van het wederopbouwwonder als ijkpunt van de moderne democratie op losse schroeven te staan.
Doorbreek de Natuur/Cultuur-deling
Ten tweede moeten historici de conceptuele deling van Natuur en Cultuur voorgoed vaarwelzeggen. De socioloog en filosoof Bruno Latour laat zien dat deze kunstmatige tweedeling onderdeel is van onze huidige collectieve impasse rondom het Antropoceen. Deze deling komt voort uit de Verlichting en stond aan de basis van de ontwikkeling van de moderne wetenschappen. Natuur verwijst hierbij naar de wereld van onbezielde objecten, bestudeerd door de natuurwetenschappen. Deze staat tegenover de wereld van Cultuur, de bezielde wereld van mensen, bestudeerd door de menswetenschappen.
De tijd waarin we leven, maakt echter met alle urgentie duidelijk dat er in werkelijkheid geen strikte Natuur/Cultuur-deling bestaat. De hele planeet, bezield en onbezield, vormt één verstrengelde realiteit. Daarom stelt historicus Dipesh Chakrabarty in het toonaangevende essay The Climate of History dat een vorm van deep history, een historische benadering die menselijke en geologische geschiedenis kan samenbrengen, noodzakelijk is. Een dergelijke benadering van geschiedenis kan ons laten zien hoe menselijke en natuurlijke ontwikkelingen altijd in samenspel hebben plaatsgevonden.
Om onze collectieve impasse te doorbreken, moeten we ons bevrijden van onze beperkte toekomstverbeeldingen. Geschiedenis kan het mogelijk maken om alternatieve toekomsten te verbeelden, mits structureel-functionalistische benaderingen van ons verleden en de kunstmatige Natuur/Cultuur-deling voorgoed vaarwel worden gezegd. De keuze die historici rest, geïnspireerd door de schrijver Amitav Ghosh, is of ons werk verhulde collaboratie zal zijn of een radicale poging om alternatieve toekomsten open te stellen.
Wouter de Rijk volgt een researchmaster Politieke Geschiedenis aan de Universiteit Leiden