Historici.nl





Gepubliceerd op 13-12-2018

Dossier 80 Jaar Oorlog – een blik van buiten deel 2: Over Duitsland en de Tachtigjarige Oorlog

Volgens de Economist van 8 november kregen verhalen over het verleden de laatste jaren zo’n grip op het politieke debat dat geschiedenis met recht de nieuwe Queen of the Sciences genoemd mag worden. Dat is nogal een statement, maar het is zeker zo dat (publieks)geschiedenis de laatste jaren politieker is dan het in lange tijd geweest is. De nieuwe tentoonstelling over de Tachtigjarige Oorlog in het Rijksmuseum draagt de ondertitel ‘de Geboorte van Nederland’ en begeeft zich daarmee al snel in controversieel vaarwater.

Hoewel deze titel wat ouderwets (en voor sommigen zelfs conservatief of reactionair) aandoet vertelt de tentoonstelling weldegelijk een nieuw verhaal: de Opstand was niet een oorlog van dappere, vrijheidslievende, protestante Nederlanders tegen corrupte, despotische, katholieke Spanjaarden, maar vooral een bittere burgeroorlog die de Nederlanden tot op het bot verdeelde. De tentoonstelling laat mooi zien hoe uit de chaos van een burgeroorlog totaal onverwacht een staat met (de contouren van) een bijbehorende collectieve identiteit ontstond. Deze nieuwe interpretatie van de Opstand als burgeroorlog is slechts één onderdeel van de grote transformatie die de geschiedschrijving van dit onderwerp de laatste decennia heeft ondergaan. Historici hebben namelijk recentelijk nog een andere ontdekking gedaan: dat voor velen de Tachtigjarige Oorlog in essentie internationaal conflict was.

Lucas Cranach, ‘Passional Christi und Antichristi’, houtsnede, 1521-1522, Rijksmuseum Amsterdam.

Duitse ideeën

In het nieuwe verhaal van de Opstand speelt Duitsland in het bijzonder een prominente  rol. Willem van Oranje was natuurlijk zelf ‘van Duitsen bloed’. Maar het aandeel van de oosterburen was veel groter. Ten eerste kon Duitsland tijdens de Opstand amper als ‘het buitenland’ beschouwd worden; de Nederlanden waren tot 1549 onderdeel van het ‘Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie’ geweest. Kort voordat de oorlog in de Nederlanden uitbrak woedde er bovendien in het hart van Duitsland een hevige religieuze strijd tussen de Habsburgse keizer Karel V en een aantal protestante vorsten. Deze Schmalkaldische Oorlog leidde uiteindelijk tot de beroemde Vrede van Augsburg, waarin werd vastgelegd dat het Rijk zou worden opgedeeld in kleinere katholieke en lutherse gebieden. Tijdens de Opstand vormden deze gebeurtenissen een invloedrijk referentiekader. Tegenstanders van de strenge antiketterijwetgeving beriepen zich voortdurend op het feit dat de Nederlanden van oudsher bij het Rijk hoorden en dus ook onder de Vrede van Augsburg zouden moeten vallen. Willem van Oranje hoopte door de Schmalkaldische geest aan te wakkeren de protestante Duitse vorsten voor zich te winnen.

De Tachtigjarige Oorlog was een echte mediaoorlog waarin effectief gebruik van krachtige retoriek het verschil kon maken. In de tentoonstelling is terecht veel aandacht voor beeldvorming. Al in de eerste zaal zien we een fragment van een prachtig glas-in-lood raam uit Gouda waarop Filips II zijn legitimiteit onderstreept door zich te identificeren met Christus, de ‘Koning der Koningen’. Een paar zalen verder zien we het begin van een opstandige identiteit – een Zinneprent schetst een harde tegenstelling tussen Oranje, die vrede en welvaart brengt, en Alva, waarvan alleen ellende te verwachten is. De makers van de tentoonstelling vertellen ons echter niet dat veel van deze beelden en ideeën een internationale oorsprong hadden. De ijzeren reputatie van ‘onze’ hertog van Alva had bijvoorbeeld zijn wortels in de Schmalkaldische Oorlog, waar hij met veel succes de protestanten bestreed, en de retorische truc die we terugzien in de ‘Zinneprent’ werd al decennialang met veel succes toegepast door lutherse pamfletmakers.

Anoniem, ‘Zinneprent op de hertog van Alva en de prins van Oranje,’ gravure, 1568-1573, Rijksmuseum Amsterdam.

Duitse participatie

Duitsland was niet alleen op intellectueel vlak met de Tachtigjarige Oorlog verbonden. Doordat er amper harde grenzen bestonden was er voortdurend verkeer tussen het Heilige Roomse Rijk en de Nederlanden. De tentoonstelling laat fantastisch de realiteit van het slagveld zien. Zo zien we veel wapentuig, maar ook het doorbloede hemd van Hendrik Casimir en een kunstarm van iemand die de strijd niet heelhuids is doorgekomen. Dat voornamelijk buitenlandse soldaten (waaronder veel Duitsers) de Nederlandse Opstand uitgevochten, blijft echter onderbelicht. Wel komt het verkeer in de andere richting aan bod. De steden in het westen van Duitsland vormden voor zowel katholieken als protestanten, die in de Nederlanden beiden werden gemarginaliseerd en vervolgd, een belangrijk toevluchtsoord. Een van de hoogtepunten uit de tentoonstelling is een spectaculair devotiestuk dat een katholieke Amsterdamse burgemeester na de Alteratie meezeulde naar het Duitse plaatsje Kalkar. Dit object staat symbool voor het persoonlijk leed dat het conflict veroorzaakte, maar ook voor de internationale verknoping van de oorlog.

Pieter Pietersz, Epitaaf van de Amsterdamse burgemeester Cornelis Jacobsz Brouwer en zijn vrouw Cornelia Wessels, ca. 1570 – overgenomen uit Gijs van der Ham et al, 80 Jaar Oorlog (Antwerpen: Atlas Contact, 2018), p. 74.

Nu geschiedenis zo politiek geworden is, worden de keuzes van tentoonstellingsmakers extra onder de loep gelegd. De ‘nationale’ invalshoek van de tentoonstelling is precies zo’n keuze die stof doet opwaaien. De tentoonstelling in het Rijksmuseum laat mooi en overtuigend zien dat de Tachtigjarige Oorlog wel degelijk tot de onverwachte ‘geboorte van Nederland’ heeft geleid. Maar dit was wel een geboorte waarbij buitenlandse ideeën en individuen een centrale rol speelden. We hoeven daarom niet te kiezen tussen een ‘ouderwetse’, ‘conservatieve’, nationale of een ‘moderne’, ‘progressieve’, internationale interpretatie van de Opstandsgeschiedenis. Het interessante is juist dat deze twee dimensies ten diepste met elkaar verweven waren.

De tentoonstelling 80 Jaar Oorlog is tot 20 januari 2019 te bezoeken in het Rijksmuseum. Klik hier om een kijkje te nemen in de andere delen van het dossier ‘een blik van buiten’.

Avatar foto
Jonas van Tol is universitair docent vroegmoderne geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is auteur van Germany and the French Wars of Religion, 1560-1572.
Alle artikelen van Jonas van Tol
Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.