Dossier 1572 – De herdenking van Den Briel en lokaal burgerschap
In zijn rede voor de Tweede Kamer op 31 maart 2022 zei President Zelensky van Oekraïne tot verbazing van velen: ‘morgen viert Nederland de 450ste verjaardag van de opstand tegen de tirannie’. Dat zat zo. De week ervoor was de aftrap van het landelijke herdenkingsjaar 1572 in de kerk van Den Briel en daarbij was de Oekraïense ambassadeur uitgenodigd omdat het thema vrijheid en vrijmaking was. Zo belandde de verwijzing naar de inname van Den Briel in de speech van de president – niet via de Oekraïense Wikipedia zoals Nelleke Noordervliet vermoedde. De verwijzing leidde ‘s avonds bij Op1 in aanwezigheid van de ambassadeur tot lacherig commentaar en tot de constatering dat niemand de geschiedenis kende. Trouw-commentator Hans Goslinga meende later dat Nederland 1 april niet herdenkt, maar dat is deels een misverstand: het gebeurt alleen niet jaarlijks, behalve in Den Briel zelf. Iedere vijftig jaar is er echter een grote happening waar ook altijd de koning(in) bij aanwezig is geweest, te beginnen in 1872 met Willem III. Die kwam toen nog per schip, maar was wel het middelpunt van een herdenking die door het hele land heen uitbundig en massaal werd gevierd. Het was waarschijnlijk de grootste herdenking ooit in Nederland. Ze trok ook een grote delegatie Belgische liberalen die zich op weg naar Den Briel verbaasde over de enorme schaal van de festiviteiten; in Antwerpen richtten ze in 1872 zelf een antikatholieke Geuzenbond op.
In Nederland zou in 1872 niemand uitleg nodig hebben gehad over de betekenis van 1 april; Zelensky’s interpretatie was toen ook helemaal up-to-date geweest, zeker voor de liberalen. De herdenking was wel omstreden, zozeer zelfs dat het in een reeks van dorpen en steden tot knokpartijen tussen katholieken en protestanten kwam. De onenigheid ging allereerst over de Geuzen, ergens een soort islamisten van de zestiende eeuw: ze bevrijdden (bij toeval) Den Briel maar hingen er ook katholieke priesters op en plunderden elders. Dat was voer voor polemiek en strijd in de religieus verdeelde negentiende eeuw. In België was bij liberalen de trots op de Geuzen gek genoeg trouwens uitbundiger dan in Nederland, waar men veel over had voor consensus en de lieve vrede. Het zegt iets over verschillen in politieke cultuur tussen het ook toen gepolariseerde en militante België – waar liberalen voortdurend tegen katholieken de straat opgingen – en het meer bestuurlijk ingestelde en op consensus gerichte Nederland.
In Den Briel zelf zie je tot op de dag van vandaag wel de stenen sporen van de herdenkingsstrijd rond 1872: orthodoxe protestanten stichtten een Geuzengesticht, katholieken herdachten de martelaren van Gorkum en bouwden later voor hen een kerk en liberalen probeerden iedereen te vriend te houden door een ‘Zeenymph’ neer te zetten. Het standbeeld moest de vrijheid verbeelden maar was voor orthodoxen veel te wulps. Het staat er allemaal nog steeds en stempelt het stadje dat behalve de zestiende ook de negentiende eeuw ademt. Nu Den Briel volgend jaar opgaat in een nieuwe, grotere gemeente, is 1 april des te belangrijker om de identiteit van de plaats te bewaren, dus die herdenking blijft, zij het niet meer zozeer met nationalistische strekking zoals in de negentiende eeuw.
Zelensky’s speech toont dat je nog steeds een actuele betekenis kan geven aan de herdenking van 1572 – en zijn wat aanvechtbare interpretatie kon enige steun vinden in de viering van 1572 nu. Op https://geboortevannederland.nl/ worden vrijheid, verscheidenheid en verdraagzaamheid naar voren gehaald, waarden waarnaar Zelensky verwijst. De herdenkers van nu realiseren zich terdege dat de inname van Den Briel zelf niet bepaald een toonbeeld van die fraaie zaken was, hooguit een stap in een zoektocht en geschiedenis. De waarden zijn eerder een poging tot actualisering, die in Den Briel op de beginbijeenkomst van 24 maart ook tot een mooi en divers programma leidde. De groep samenwerkende gemeentes die het initiatief tot de herdenking nam – Brielles burgemeester Gregor Rensen begon, Haarlems burgemeester Jos Wienen presideert – hadden misschien wel een andere vlag moeten kiezen. ‘Geboorte van Nederland’ sluit aan bij allerlei op zijn minst verouderde organische nationale metaforen. Ook is de vraag of het nationale element de kern is van de herdenking dit jaar. Origineel daaraan is juist de samenwerking tussen gemeentes, dus de lokale oriëntatie. Raymond Fagel en Judith Pollmann laten in 1572. Burgeroorlog in de Nederlanden zien dat nationale overwegingen toen nauwelijks speelden. Interessant is juist de rol van de burgers van steden en stadjes die tussen de strijdende partijen probeerden te manoeuvreren om lijf en goed te redden. De gemeentes hadden de herdenking expliciet kunnen opzetten als een viering van lokaal burgerschap. Het verleden van toen geeft er alle aanknopingspunten voor, en de samenleving van nu laat zien dat betrokkenheid bij geschiedenis en bij concreet burgerschap tegenwoordig opnieuw vaak in de lokale omgeving gestalte krijgt. De herdenkingen zullen het dit jaar vast nog laten zien.
Henk te Velde is hoogleraar Nederlandse Geschiedenis aan het Leidse Instituut voor Geschiedenis. Hij doet onderzoek naar geschiedenis van de Nederlandse en West-Europese politieke cultuur sinds de 18e eeuw, in het bijzonder geschiedenis van politieke welsprekendheid en debat, van ‘democratie’, ‘representatie’ en ‘de politicus’.