Discussiedossier Geschiedenisonderwijs – Verbindend geschiedenisonderwijs: een inleiding
In haar proefschrift concludeerde Els van Rooij dat leerlingen met een natuurprofiel in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs (vo) het beter doen op de universiteit, zelfs in alfa- en gammaopleidingen. Maatschappijvakken, zoals geschiedenis, zouden daarom op het vwo inhoudelijk meer verbanden moeten leggen met universitaire alfa- en gammaopleidingen, en meer diepgang en wetenschappelijk denken en werken kunnen aanbrengen in het profiel.
Een prangende vraag binnen het geschiedenisonderwijs en de kern van dit discussiedossier is hoe de aansluitingen tussen de verschillende onderwijsvormen (basis, voortgezet en hoger) kunnen worden verbeterd. Niet alleen de blijkbaar ‘gebrekkige’ aansluiting vwo-wo, maar alle aansluitingen. Ondanks goede initiatieven om aansluitingen te verbeteren, zoals universitaire scholierenacademies, werkconferenties en platforms, weten veel geschiedenisdocenten in het vo namelijk niet precies wat wordt onderwezen bij het vak geschiedenis in het primaire onderwijs (po) en hoe studies geschiedenis in het hoger onderwijs zijn opgebouwd. Veel historici in het hoger onderwijs hebben weinig zicht op het formele havo- en vwo-curriculum van het schoolvak geschiedenis en de actuele discussies binnen de inrichting van dit curriculum. Uitwisseling tussen docenten in de verschillende lagen is helaas schaars.
Het discussiedossier wil daarom uitwisseling van kennis en kunde over het geschiedenisonderwijs tussen onderwijsprofessionals uit de verschillende lagen bevorderen. Hoe kunnen we zorgen dat we niet ‘opnieuw’ hoeven te beginnen in de brugklas of in het eerste jaar op de universiteit? Het dossier opent met drie bijdragen uit verschillende onderwijslagen die ingaan op de aansluitingsproblematiek in het geschiedenisonderwijs:
- Marjan de Groot verkent hoe 27 brugklasdocenten denken over de kennis en vaardigheden van startende brugklasleerlingen. Driekwart van de bevraagde docenten geeft aan dat hun leerlingen over onvoldoende historische kennis beschikken en meer dan vier op de vijf is van mening dat startende brugklasleerlingen de historische vaardigheden niet beheersen. In haar bijdrage schetst De Groot een aantal mogelijke verbeteringen voor het po om deze cijfers naar beneden te krijgen.
- Matthijs Droog, Koos Sikkema en Laurin Thole kijken vanuit het vo-perspectief en constateren vooral een probleem bij het aanleren van de historische vaardigheden in het basisonderwijs. Onderwerpen worden vooral verteld vanuit het perspectief van één historische groep of persoon. De ontdekking van Amerika wordt bijvoorbeeld behandeld vanuit het oogpunt van Columbus. Maar hoe werd deze ontwikkeling ervaren door de inheemse bevolking van Amerika? Op deze laagdrempelige manier kunnen leerlingen in het po kennismaken met multiperspectiviteit als een belangrijke historische vaardigheid.
- Wibe Balt en Nienke de Jong focussen in hun bijdrage op de aansluiting vo-hbo. Zij stellen hierbij twee problemen centraal: leesproblematiek en bildung. Het schoolvak geschiedenis in het vo moet, in hun ogen, meer gaan werken met ‘rijke’ teksten en meer tijd vrijmaken om samen met leerlingen na te kunnen denken over vragen, zoals waar historische kennis vandaan komt.
De bijdragen zijn een eerste en zeer persoonlijke verkenning naar aansluitingsproblemen in het Nederlandse geschiedenisonderwijs en hoe deze mogelijk op te lossen zijn. Deze opening nodigt hopelijk uit tot discussie, en we verwelkomen dan ook graag reacties en nieuwe perspectieven in dit discussiedossier. In de drie bijdragen is bijvoorbeeld weinig aandacht voor de aansluiting vmbo-mbo en hoe historici op universiteiten denken over de aansluiting vwo-wo. Bijdragen kunnen worden gemaild naar t.d.huijgen@rug.nl.
Dr. Tim Huijgen is universitair docent en lerarenopleider geschiedenis bij de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is portefeuillehouder Onderwijs in het bestuur van het KNHG.