Historici.nl





Gepubliceerd op 29-08-2022

Discussiedossier Geschiedenisonderwijs – Een basis van vaardigheden

Ieder jaar beginnen geschiedenisdocenten in het voortgezet onderwijs in Nederland vol enthousiasme aan hun lessen in de brugklas. En ieder jaar beginnen docenten aan de hbo’s en universiteiten eveneens met groot enthousiasme aan eerstejaarscolleges. Beide groepen hebben echter vaak geen idee welke kennis en kunde in de jaren ervoor aan hun leerlingen en studenten is aangeboden. Veelal wordt het zekere voor het onzekere genomen en beginnen docenten weer van voor af aan, alsof hun leerlingen onbeschreven bladen zijn. Kan dat niet anders? Zou de aansluiting tussen het primair (po) en het voortgezet onderwijs (vo) niet beter kunnen?

Sommige leerlingen komen vanuit het po het vo binnen met een vracht aan historische kennis, anderen weten nagenoeg niets over het verleden. Leraren in het po dienen zich te houden aan de breed geformuleerde kerndoelen van de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO). Voor geschiedenis stelt SLO dat basisschoolleerlingen leren over kenmerkende aspecten van de tijdvakken en een globale kennis vergaren over de Nederlandse geschiedenis met behulp van historische personen. Door deze breed geformuleerde doelen ligt het vaak aan de interesse en vakinhoudelijke kennis van de leraar wat leerlingen meekrijgen van het vak geschiedenis.

Dat betekent concreet dat brugklassers geen gemeenschappelijke historische kennis hebben vergaard tijdens de basisschool. Het nieuwe Referentiekader Tijd kan zorgen voor een betere aansluiting. Dit kader specificeert welke toevoegingen er in de onderbouw van het vo worden gedaan, nadat een basis is gelegd in het po.

Geen kennis, maar kunde

Waar valt nog meer een verbeterslag te maken? Volgens ons op het gebied van historische vaardigheden. Wij merken bijvoorbeeld dat leerlingen in de eerste klas al enige vaardigheid hebben met het rekenen met tijd. Basale rekensommen met jaartallen of uitrekenen hoe oud een historisch persoon is geworden, gaat ze vaak goed af. Hetzelfde geldt voor de oriëntatie in tijd en ruimte. Velen kennen de tijdvakken en kunnen zich oriënteren op een wereldkaart. Deze basis biedt een goed kader om vaardigheden verder te ontwikkelen.

Er is echter bij meerdere vaardigheden nog winst te behalen. Zo kijken weinig brugklassers met de bril van verandering en continuïteit naar het verleden. Deze manier van kijken staat centraal in het vo en komt in de kerndoelen voor de onderbouw en de eindtermen voor het examen terug. Door de leerlingen deze bril in het po al eens op te laten zetten, zal deze manier van kijken beter landen in het voortgezet onderwijs.

Een andere vaardigheid, die al eerder aangeboden kan worden, is multiperspectiviteit. Onderwerpen worden vaak verteld vanuit het perspectief van één historische groep of persoon. De ontdekking van Amerika wordt bijvoorbeeld vaak alleen behandeld vanuit het oogpunt van Columbus. Maar hoe werd deze ontwikkeling ervaren door de inheemse bevolking van Amerika? Het innemen van andere perspectieven, zoals hierboven, kan meer centraal staan op de basisschool.

Idealiter wordt deze vaardigheid ondersteund door gebruik van verschillende bronnen. Het is nuttig wanneer leerlingen in het po al veelvuldig in aanraking komen met verschillende soorten primaire bronnen. Zo weten ze misschien beter waar historische kennis vandaan komt en is het gemakkelijker voor hen om historische bronnen in het vo te analyseren.

De overgang verbeteren

Elk jaar stromen duizenden brugklassers het voortgezet onderwijs in. Tijdens de geschiedenislessen komen veel verhalen die ze hebben geleerd op de basisschool ter tafel. Leerlingen vertellen in onze lessen veel details over bijvoorbeeld mummies, de Romeinen of de Tweede Wereldoorlog. Deze verhalen en details bieden een goede instap op de verschillende onderwerpen die worden behandeld in het vo.

De meeste winst valt te behalen in het aanleren van historische vaardigheden. Door op de basisschool meer aandacht te schenken aan verandering en continuïteit, multiperspectiviteit en brongebruik verloopt de aansluiting met het vo veel beter. De geschiedenislessen op het vo kunnen dan eerder de diepte ingaan om zo de leerlingen uiteindelijk beter voor te bereiden op het vervolgonderwijs.

Matthijs Droog is geschiedenisdocent bij het Praedinius Gymnasium in Groningen.

Laurin Thole is vakdidacticus geschiedenis bij de Rijksuniversiteit Groningen en geschiedenisdocent bij het CSG Wessel Gansfort in Groningen.

Koos Sikkema is geschiedenisdocent bij het CSG Wessel Gansfort in Groningen.



Alle artikelen van Matthijs Droog Laurin Thole en Koos Sikkema
Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.