Call for papers – Karaktermoord en gender
Thematische relevantie
Karaktermoord is een terugkerend thema in de hedendaagse politiek. Uit cijfers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken blijkt dat vooral vrouwelijke politici en bestuurders de afgelopen jaren aanzienlijk meer werden bestookt met haatberichten dan hun mannelijke collega’s. Van Sylvana Simons tot Femke Halsema, telkens weer zetten (sociale) media de aanval in om bepaalde vrouwen, maar ook mannen, zwart te maken en hun geloofwaardigheid te ondermijnen om ze zo van het politieke toneel te doen verdwijnen. Een aanval is vaak gericht op het gebrek of teveel aan mannelijkheid of vrouwelijkheid van het slachtoffer. Daarbij worden insinuaties, halve waarheden gemengd met regelrechte leugens en stigmatiserende etiketten (heks, hoer) vaak niet geschuwd. Het doel van het nummer is om dit gegeven wat meer in historisch perspectief te plaatsen. Klopt het dat karaktermoord in de politiek toeneemt, en is het een Nederlands verschijnsel dat vergelijkbaar is met internationale tendensen? De haatdragende vergelijkingen met een heks, die Sigrid Kaag kreeg te verduren, zijn ook uit de Amerikaanse politiek bekend.
In verschillende studies is karaktermoord in een breder perspectief geplaatst als historisch verschijnsel dat afzonderlijke gevallen met elkaar verbindt en in een conceptueel kader plaatst. Gender heeft hierbij ook aandacht gekregen, maar is nog niet apart gethematiseerd. Gendergeschiedenis is voor karaktermoord een nuttige invalshoek, omdat de gender-gerelateerde aanvallen altijd iets zeggen over welke normen voor vrouwelijke en mannelijke politieke figuren in dit opzicht gehanteerd worden. En dat verschilt per tijd en plaats.
Wat is karaktermoord?
Karaktermoord kan worden gedefinieerd als het moedwillig beschadigen of zelfs vernietigen van de reputatie van een individu (Icks & Shiraev 2014). We hanteren dus een enge definitie: aanvallen op de reputaties van bedrijven, organisaties, landen of sociale groepen blijven buiten beschouwing. Karaktermoord vindt plaats via karakteraanvallen (Engels: character attacks) die vele vormen kunnen aannemen: toespraken, pamfletten, campagnespotjes, cartoons, tweets, enz. Deze aanvallen kunnen in meer of mindere mate succesvol zijn. Soms blijven ze zonder effect of slaan ze als een boemerang terug op de aanvaller. (Het mislukte “Hans Brusselmans”-spotje van de SP is hier een mooi recent voorbeeld van.)
Bij deze definitie van karaktermoord zijn een aantal punten van belang:
- Opzet: We spreken alleen van karaktermoord als het de bedoeling van de aanvaller is om de reputatie van een ander te beschadigen. Als de schade per ongeluk wordt veroorzaakt (bijvoorbeeld door een verspreking of een onhandige opmerking), valt dat buiten onze definitie. We gaan er dus ook van uit dat de aanvaller een motief heeft voor zijn/haar aanval en een bepaald doel wil bereiken – vaak het verzwakken of uitschakelen van een politieke tegenstander.
- Publieke aard: Karaktermoord beschadigt iemands reputatie en geloofwaardigheid. Het is dus per definitie een verschijnsel dat in de publieke sfeer Wanneer een persoon een ander persoon beledigt zonder dat derden daar getuige van zijn, lijdt zijn/haar reputatie immers geen schade.
- Perceptie: Hieruit volgt een derde belangrijk punt, namelijk dat karaktermoord altijd een kwestie van perceptie Het is het publiek dat bepaalt of een karakteraanval wel of geen effect heeft. Wanneer mensen besluiten geloof en belang aan de claims van een aanvaller te hechten, is de goede naam van het doelwit aangetast – ongeacht of die claims terecht, schromelijk overdreven of compleet verzonnen zijn. Uiteraard is het ook mogelijk dat de aanvaller slechts een deel van zijn publiek overtuigt, of dat het publiek later weer van mening verandert.
Uit het bovenstaande blijkt al dat bij iedere poging tot karaktermoord een aantal vaste elementen terugkeren. We noemen dit de vijf “zuilen” van karaktermoord. Er is altijd sprake van: 1) een aanvaller die probeert iemand anders te beschadigen; 2) een individueel doelwit waartegen de karakteraanval is gericht; 3) een medium dat de aanval overbrengt; dit kan een pamflet of opruiende speech zijn, maar ook een nieuwskanaal of website met eigen agency; 4) een publiek dat de aanval beoordeelt; en 5) een historische, politieke en sociaal-culturele context die de randvoorwaarden stelt waarbinnen de aanval plaatsvindt.
Status quaestionis
Pas recent zijn pogingen ondernomen om karaktermoord als structureel historisch verschijnsel te onderzoeken en een bijbehorende terminologie te ontwikkelen. In 2011 organiseerde Martijn Icks samen met de politicoloog Eric Shiraev (George Mason University, Virginia) een verkennend colloquium rond dit thema aan de Universiteit van Heidelberg. De resultaten van deze bijeenkomst vonden hun neerslag in de bundel Character Assassination throughout the Ages (2014). Hierin reflecteerden historici op karaktermoord in verschillende historische periodes en werd een eerste aanzet gegeven tot de ontwikkeling van een gemeenschappelijk vocabulaire om dit verschijnsel te beschrijven.
Het onderzoek naar karaktermoord kwam in een stroomversnelling door de oprichting van CARP, het Research Lab for Character Assassination and Reputation Politics, een interdisciplinaire onderzoeksgroep die karaktermoord vanuit politiek-psychologisch, retorisch, sociologisch én historisch perspectief bestudeert (https://carplab.wordpress.com/). CARP heeft tot nu toe twee internationale congressen georganiseerd, beide aan George Mason University: ‘Character Assassination in Theory and Practice’ (maart 2017) en ‘Character Assassination and Populism: Challenges and Responses’ (maart 2019). Edwina Hagen en Martijn Icks organiseerden in juni 2019 een eendaags colloquium in Amsterdam =, getiteld ‘Karaktermoord! Media en moddergooien van Caligula tot Koning Gorilla’. Het thema was de impact die (veranderende) media en mediatechnieken hadden op praktijken van karaktermoord door de eeuwen heen. Afgelopen zomer, van 21 tot en met 23 juni, vond het congres Character Assassination, Illiberalism, and the Erosion of Civic Rights plaats in Amsterdam, opnieuw georganiseerd door Hagen en Icks.
Daarnaast verschijnt eind dit jaar de interdisciplinaire bundel Routledge Handbook of Character Assassination and Reputation Management. Deze activiteiten en publicaties hebben ertoe bijgedragen dat het concept karaktermoord een stevigere theoretische basis heeft gekregen, de terminologie verder is uitgewerkt en er een bloeiend internationaal netwerk is ontstaan van wetenschappers die met elkaar over dit onderwerp van gedachten wisselen.
Auteurs worden uitgenodigd om een voorstel in te dienen d.m.v. een abstract van ca. 250 woorden. Historica is een Nederlands-Belgisch tijdschrift voor gendergeschiedenis en verschijnt driemaal per jaar. Historica verwelkomt bijdragen die zijn gebaseerd op origineel bronnenonderzoek, met een lengte van 3000, 3750, 4500 of 5250 woorden (inclusief voetnoten). Alle artikelen worden onderworpen aan wetenschappelijke peer-review. De volledige auteursrichtlijnen en verdere informatie via: historica@gendergeschiedenis.nl
Deadlines
Abstract: 1 februari 2024
Artikel: 1 juni 2024
Publicatie: oktober 2024
Literatuur
Icks, M. & E.B. Shiraev, Character Assassination throughout the Ages (Palgrave Macmillan: New York 2014)
Rusidze, N. ‘Stereotypes, Character Assassination and Women in Politics’
Samoilenko, S., M. Icks, J. Keohane & E.B. Shiraev (eds.), Routledge Handbook of Character Assassination and Reputation Management (Routledge: 2021)
Themanummer 134.2(2021) 2 | Karaktermoord en media – Tijdschrift voor Geschiedenis (In de inleiding van het themanummer Karaktermoord is een tijdloos wapen definiëren gastredacteuren Edwina Hagen en Martijn Icks het begrip ‘karaktermoord’ en staan ze stil bij de vele mogelijkheden die het onderzoekers biedt).