Historici.nl





Gepubliceerd op 20-04-2021

Blogserie Vroegmoderne Publieksdiplomatie – Waarom de Nederlandse ambassadeur een ballet belette 

Dans, eer, moord en publieksdiplomatie in 1617

Op 3 februari 1617 schreef de Nederlandse ambassadeur Gideon van Boetzelaer over een merkwaardig incident aan het Franse hof. Zoals vrijwel elk jaar rond carnaval organiseerde de jonge koning Lodewijk XIII een groot en peperduur ballet. Zoiets was natuurlijk een uitgelezen kans voor ambassadeurs om te zien en om gezien te worden. Dit jaar werd er echter roet in het eten gegooid door een akkefietje tussen Van Boetzelaer en enkele andere ambassadeurs.

Het Franse hof in de zeventiende eeuw was verzot op ballet. Lodewijk XIV is natuurlijk het meest bekend als de dansende zonnekoning, maar ook zijn vader Lodewijk XIII hield wel van een verzetje. Naast een aantal kleinere balletten organiseerde hij jaarlijks het Grand Ballet du Roy met gigantische decors, rijke kostuums, de nieuwste special effects en een heuse lichtshow. Dit propagandistische spektakel kostte ongeveer 10.000 écus (omgerekend zo’n 400.000 euro) en werd dan een aantal keer opgevoerd in Parijs. De toegang was gratis, waardoor een groot en verscheiden publiek deze voorstellingen kon bijwonen. Ter herinnering werd de hele show nog eens in druk uitgegeven, inclusief de muziek en platen met daarop de kostuums en decors. Het ballet van 1617 heette La deliverance de Renaut (de verlossing van Renaud) en was gebaseerd op een verhaal uit het toen erg populaire werk Jerusalem Verlost van de Italiaanse dichter Torquato Tasso. Het verhaal volgt de vrienden van de ridder Renaud, die hem moeten redden van de tovenares Armide.

Alle buitenlandse gezanten, onder wie de Nederlandse Van Boetzelaer, kregen een officiële uitnodiging om de première van de voorstelling in het Louvre bij te wonen. Al snel ontstond er onenigheid: zowel de ambassadeur van de Spaanse koning als de pauselijke gezant eisten dat Van Boetzelaer van de gastenlijst zou worden gehaald. Beiden erkenden immers de onafhankelijkheid van de Nederlandse Republiek niet – voor hen was Van Boetzelaer slechts de vertegenwoordiger van een stel ketterse opstandelingen. Er werd snel een compromis voorgesteld: Van Boetzelaer mocht wel komen, op voorwaarde dat hij achter de gezant van Savoye ging zitten.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Een scene uit het ballet. ‘Discours au vray du ballet dansé par le Roy, le dimanche XXIXe jour de janvier. M. VIc. XVII. Avec les desseins, tant des machines & apparences differentes, que de tous les habits des masques’ (Paris: Étienne Durand, 1617)

Van Boetzelaer was woest en weigerde dit voorstel. In Europese diplomatieke kringen gold namelijk een sterke (tevens zwaar bevochten) hiërarchie, die onder andere de volgorde en behandeling van de ambassadeurs aan het Franse hof bepaalde. De Nederlandse Republiek eiste in deze hiërarchie een plaats achter de Republiek Venetië, maar vóór het Hertogdom Savoye. Het voorstel van de Spaanse en pauselijke gezanten was dus alsnog een belediging. En omdat ambassadeurs juist dit soort voorstellingen aangrepen om de status van hun staat te vertonen voor een breder publiek kon Van Boetzelaer dit niet zomaar laten gebeuren. Nadat hij was gaan klagen bij de raad van de koning werd een crisisberaad gehouden. Het Franse hof wilde niemand voor het hoofd stoten. Op het allerlaatste moment werd besloten om dan maar alle uitnodigingen aan de ambassadeurs in te trekken – de meesten hoorden dit nieuws pas onderweg in hun koets.

In zijn brief over het incident aan de Staten-Generaal lijkt Van Boetzelaer erg tevreden. Hij had dan wel het ballet gemist, maar de pauselijke gezant had zijn zin niet gekregen en niemand van het publiek zou zien dat de Republiek achter Savoye moest zitten. Het hele geval diende daarom ‘tot groote ende publijcque eere van Uwe Hoog Mogenden’. Niet iedereen was het daarmee eens. John Woodford, de secretaris van de Engelse ambassadeur, vond Van Boetzelaer voornamelijk een pretbederver. Hij stelde ook vast dat hierdoor juist de Spaanse ambassadeur de enige was die de voorstelling wél kon bijwonen, omdat hij ook de hofmeester van de Franse koningin Anna was. Hoewel Van Boetzelaer dus volgens de diplomatieke theorie van zijn tijd correct gehandeld had, bleek de praktijk weerbarstiger.

Tot slot: Van Boetzelaer en de andere ambassadeurs hebben zeker wat gemist. Het ballet was namelijk één grote politieke allegorie die duidelijk moest zijn geweest voor de vele toeschouwers. Renaud (gespeeld door Lodewijks vertrouweling Charles d’Albert) stelde het lot van Frankrijk voor, dat gevangen werd gehouden door Armide – een samenstelling van de koningin-moeder, haar adviseur Concino Concini en zijn vrouw Eleonora (die werd beschuldigd van tovenarij). Lodewijk zelf danste de rollen van Godfried van Bouillon en een vuurgeest, die samen een einde maakten aan het bewind van Armide. Het was een vroege waarschuwing dat Lodewijk van plan was de macht over te nemen van zijn moeder. Drie maanden later werd Concini op zijn bevel doodgeschoten in Parijs, en nam Lodewijk inderdaad de touwtjes in eigen handen. Het ballet was dus niet alleen een leuk uitje voor ambassadeurs, maar ook een belangrijke bron van informatie en reputatie.

Kerrewin van Blanken is als promovendus verbonden aan het NL-Lab van het Humanities Cluster van het KNAW. Hij richt zich op het thema publieke opinie in zeventiende-eeuwse internationale betrekkingen. Zijn onderzoeksproject is getiteld Ambassadors in Print: Public Diplomacy in Franco-Dutch Relations, 1609-1713.

Wie meer wil weten over de diplomatie van het vroegmoderne ballet kan terecht bij:

  • Sharon Kettering, Power and Reputation at the Court of Louis XIII: the Career of Charles d’Albert, Duc de Luynes (1578-1621) (Manchester: Manchester University Press, 2018).
  • Ellen R. Welch, A Theater of Diplomacy. International Relations and the Performing Arts in Early Modern France(Philadelphia: University of Pennsylvania Press, 2017).
  • Margaret McGowan, L’art du ballet de cour en France, 1581-1643 (Paris: Centre national de la recherche scientifique, 1963).
Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.