Historici.nl





Gepubliceerd op 25-03-2021

Blogserie Vroegmoderne Publieksdiplomatie – Pierre Jurieu en Jean Claude: gevluchte Franse anti-Franse predikanten in dienst van Willem III

In 1685 herriep Lodewijk XIV het Edict van Nantes waarmee de hugenoten hun privileges kwijtraakten. Velen van hen bekeerden zich onder dwang tot het katholicisme, een klein deel vluchtte naar het buitenland. De Republiek was een populaire bestemming. Hugenootse predikanten werden niet tot bekering gedwongen, maar gesommeerd Frankrijk te verlaten. Willem III zag hierin zijn kans schoon: activistische predikanten, zoals Claude en Jurieu, die zich afkeerden tegen hun moederland, wilden vast wel in boeken en pamfletten ageren tegen de religiepolitiek van Lodewijk XIV, om zo een steentje bij te dragen aan de strijd tegen deze vorst.

Toen de Franse predikant Jean Claude naar de Republiek vertrok, had hij al een gevestigde reputatie. Hij was gewild in meerdere protestantse gebieden. Raadpensionaris Fagel had er in opdracht van Willem III veel voor over om Claude in Den Haag te houden. Het recht van het hoogste salaris gold ook in die tijd: de Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland kwamen een jaarpensioen van 1400 gulden overeen. Omdat de Waalse kerken werden gefinancierd door de stedelijke en gewestelijke overheden moest Claude wel rekening houden met de politieke wind die er waaide en zo nodig zijn preken hierop aanpassen.

Willem III vroeg hem een fel boek te schrijven over de meedogenloze religiepolitiek van de Zonnekoning. Dit werd Les Plaintes des protestans, cruellement opprimez dans le Royaume de France (1686). Claude gaat in het boek meteen vol in de aanval en spreekt van ongekende, ongerechtvaardigde haat jegens de hugenoten. D’Avaux, de Franse ambassadeur in Den Haag, achtte het een erg gevaarlijk boek en sprak van een ‘manifest voor een godsdienstoorlog’. Hij overzag het grotere geheel door de link te leggen tussen deze aanval en de wens van Willem III om een anti-Franse coalitie van protestantse staten te smeden.

Een andere Franse predikant die Willem III voor zich wist te winnen, was Pierre Jurieu. De band tussen Jurieu en Willem III, en Jurieus politieke invloed, is niet zo uitgebreid beschreven als die tussen Claude en Willem III. Jurieu werd in 1682 aangesteld als predikant van de Waalse kerk en hoogleraar van de Illustere School in Rotterdam. Hij stond bekend als orthodox en voorspelde het herstel van de protestantse kerk in Frankrijk. In januari 1685 schreef D’Avaux aan Lodewijk XIV dat Maria Stuart II van Willem III een preek van Jurieu moest bijwonen. De ambassadeur noemde dit opmerkelijk; Jurieu had in het verleden namelijk erg ongepaste boeken geschreven over de koning van Engeland. Later vertaalde hij een boek over de dood van de graaf van Essex, van wie in 1683 de keel doorgesneden zou zijn vanwege betrokkenheid bij een complot. James II werd onterecht van de moord beschuldigd; bovendien ging het waarschijnlijk niet eens om moord. Jurieu overhandigde deze vertaling trots aan Willem III. Hij was de protestantse beweging in Engeland gunstig gezind en hielp dan ook graag mee met de propagandacampagne van Willem III.

De propagandistische literatuur van Jurieu, die omvangrijk en erg anti-Frans was, stuitte uiteraard op verzet. Een raadsheer in het Franse parlement, Ferrand, had een recensie gelezen over een boek van Jurieu, Système de l’église, en wilde dit boek graag lezen zodat hij een weerwoord kon formuleren. Hij werd namelijk persoonlijk aangevallen door Jurieu en achtte een weerlegging van belang voor de kerk. Volgens de auteur van de recensie, Bayle, was de kritiek op Ferrand onterecht hard. Door de censuur was het werk echter slecht toegankelijk. Via D’Avaux kreeg Ferrand toestemming van de koning om het boek te ontvangen en in verweer te gaan. Helaas is het onduidelijk of Ferrand ook daadwerkelijk iets heeft geschreven. Ferrand is niet zo’n prominent figuur als Jurieu – hoewel Jurieu hem het bekritiseren kennelijk wel waard vond –, dus misschien heeft hij wel iets gepubliceerd, maar is het niet onder de aandacht gekomen.

Zowel Claude als Jurieu zijn goed vertegenwoordigd in de archieven van geconfisqueerde werken, maar uiteraard werd niet alles onderschept. Via deze teksten stonden de hugenoten in verschillende landen, zowel de réfugiés als de achtergeblevenen, in contact met elkaar. Het hugenootse volk, hun predikanten en de protestantse adel vormden zo een drie-eenheid waar Lodewijk XIV zijn handen vol aan had.

Wie verder wil lezen over Claude en Jurieu kan terecht bij: Frederik R. J. Knetsch, Pierre Jurieu, theoloog en politikus der refuge (J. H. Kok, 1967) en David van der Linden, ‘Predikanten in ballingschap. De carrièrekansen van Jean en Isaac Claude in de Republiek’, De zeventiende eeuw: cultuur in de Nederlanden in interdisciplinair perspectief 27:2 (2012).

Alma Wennekers is stagiaire bij NL-Lab bij het project Public Diplomacy in Early Modern Europe.

Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.