Historici.nl





Gepubliceerd op 10-06-2021

Blogserie Vroegmoderne Publieksdiplomatie – De gevaarlijke strijd tegen negatieve publiciteit in Brussel

‘He [a Dutchman] is no less, Then the perfection of all wickedness, The Quintessence and abstract of all evil, And Cloth’d in Flesh, to act the closer Devil.’ Deze aanvallende passage komt uit het pamflet Hollands Ingratitude van Charles Molloy, dat in 1666 werd uitgegeven tijdens de Tweede Engels-Nederlandse zeeoorlog (1665-1667). Deze oorlog leidde ook tot een heuse pamflettenoorlog in het publieke domein, die zich snel verspreidde naar de verschillende Europese landen die erdoor werden meegezogen. De Nederlandse Republiek en Engeland probeerden met eigen drukwerk het buitenlandse publiek te beïnvloeden, waarbij beide partijen hun diplomaten volop inschakelden. Maar hoe verliep deze pamflettenoorlog in de praktijk voor een Nederlandse diplomaat in het buitenland?

Brussel is een sprekend voorbeeld van een buitenlands toneel waar de pamflettenstrijd zich ontvouwde. Ten tijde van de Tweede Engels-Nederlandse zeeoorlog was er zowel een Nederlandse als een Engelse diplomaat in de stad aanwezig, en beiden probeerden de plaatselijke bevolking te beïnvloeden. De Engelse diplomaat, William Temple, publiceerde in opdracht van de Engelse regering Franstalige pamfletten om de Nederlanders op te hitsen tegen de eigen regering en hen te overtuigen vrede te sluiten met de Engelsen. Bovendien probeerde hij met zijn publicaties een breuk te veroorzaken in het Frans-Nederlandse bondgenootschap. Zijn Nederlandse rivaal was de diplomaat Thomas Sasburch. Sasburch rapporteerde over wat er gebeurde aan het Brusselse hof. Hij stuurde (geheime) informatie naar Johan de Witt en de Staten-Generaal en lobbyde voor de Republiek bij buitenlandse residenten. Maar wat was zíjn rol in deze pamflettenstrijd?

De strategie van Sasburch richtte zich, in tegenstelling tot die van Temple, niet op het publiceren van eigen propaganda, maar juist op het beperken van negatieve publiciteit. Sasburch begreep dat negatieve publicaties invloed hadden op de Brusselaars en op de bevolking in de Republiek. Hij hield het drukwerk over de Republiek dan ook goed in de gaten en rapporteerde meermaals aan de Staten-Generaal over kwade of leugenachtige stukken die in de stad verschenen. Ook berichtte hij over hoe de courantiers die deze werken publiceerden gestraft werden door het Brusselse hof. Wellicht had Sasburch zelf een hand in deze veroordelingen door bij het hof te klagen over dergelijk drukwerk. Er zijn namelijk tekenen dat hij dat vaker deed. Zo schreef hij de Staten Generaal in 1666 dat hij blij was dat het hof in Brussel weer een algeheel verbod afkondigde op het drukken van ‘choquerende’ publicaties over zowel Engeland als de Republiek. Opvallend aan dat verbod was dat het alleen gold voor uitgevers en drukkers van kranten in Brussel. Sasburch was dan ook nog niet helemaal tevreden. Zo klaagde hij bij de Staten-Generaal over de Antwerpse courantier Verdussen, die met ‘een passie’ tegen de Republiek zou schrijven. Hij hoopte daarom dat de magistraten in Antwerpen eenzelfde verbod zouden invoeren als in Brussel. Dat Sasburch een hand heeft gehad in het drukverbod in Brussel, of hier zelfs een voorvechter van is geweest, is dus goed voor te stellen.

Prent van de Victori en Vreugde-Vuren gehouden op den 7 September, A0. 1667, ter gedachtenis van de Engelse en Nederlandtse Vrede, maker anoniem. Bron: Rijksmuseum.

Het feit dat er een verbod werd ingesteld op vijandige publicaties geeft aan dat er veel van dit soort drukwerk op de markt in Brussel en Antwerpen circuleerde. Bovendien leken de inwoners van de Habsburgse Nederlanden gedurende de oorlog steeds meer op de hand van de Engelsen. Sasburch zelf werd hier op schokkende wijze mee geconfronteerd in juli 1666, toen hij in opdracht van de Staten-Generaal een viering met vreugdevuren organiseerde in Brussel naar aanleiding van een oorlogsoverwinning van de Republiek. Tegelijkertijd organiseerde Temple eenzelfde festijn voor de Engelse successen. De stemming bij de Nederlandse viering was echter allesbehalve feestelijk; de kranten in de Republiek berichtten dat er een grote, boze menigte afkwam op het huis van Sasburch om zijn vreugdevuren te blussen. Vervolgens zou er een schermutseling zijn ontstaan en zou Sasburch zijn uitgescholden en bedreigd. De ruiten van zijn huis werden ingegooid en er werd gedreigd zijn residentie in brand te steken. De woedende menigte, zo berichtten de kranten, had bovendien een bloedlust en wilde zijn familie wat aandoen. Sasburch mocht dan ook van geluk spreken dat hij goede betrekkingen onderhield met de markies de Castel Rodrigo, die de hele schutterij naar de residentie van Sasburch stuurde om hem te redden.

Of het de anti-Hollandse publicaties waren die de menigte hadden aangejaagd, of dat het sentiment richting de Nederlanders überhaupt al slecht was, is onduidelijk. Wel werd het Sasburch pijnlijk duidelijk dat sommigen in Brussel geen successen van de Republiek wilden vieren en dat zijn censurerende strategie onvoldoende had gewerkt.

Sophie Prijs is stagiaire bij NL-Lab bij het project Public Diplomacy in Early Modern Europe.


Verder lezen over pamfletten tijdens de Tweede Engels-Nederlandse zeeoorlog?

  • Charles Molloy, Hollands Ingratitude: Or a Serious Expostulation with the Dutch. Shewing their Ingratitude to this Nation, and their inevitable Ruine. Without a speedy Compliance and Submission to his Sacred Majesty of Britain (London: Thomas Johnson for Francis Kirkman at the Princes Arms in Chancery Lane, 1666) ESTC R7206.
  • Rommelse, ‘Negative Mirror Images in Anglo-Dutch Relations, 1650-1674’ in: Lotte Jensen (red.), The Roots of Nationalism. National Identity Formation in Early Modern Europe, 1600-1815 (Amsterdam, 2016).
  • Nocentelli, ‘The Dutch Black Legend’, Modern Language Quarterly 75 (2014) 3, 355-383.
  • Brummel, ‘Een pamflet van de hand van William Temple’, Bijdragen voor de Geschiedenis der Nederlanden 8 (1954), 50-59.
  • H. Haley, An English Diplomat in the Low Countries. Sir William Temple and John de Witt (Oxford, 1986).
Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.