Blog – Eer is teer
Onlangs was er veel aandacht voor de restauratie van de Gouden Koets. Na ruim vijf jaar is de koets in ere hersteld. Met het afronden van de restauratie laaide ook de discussie over het paneel ‘hulde der koloniën’ weer op. Is dit paneel nog wel van deze tijd? En kan de koning hier nog wel mee rondrijden? Deze vragen staan in een bredere discussie over hoe om te gaan met bepaalde historische objecten in de publieke ruimte, zoals standbeelden en straatnaambordjes. Nadat ik de zeer interessante NOS-documentaire over de Gouden Koets had gezien, daagde het inzicht dat de kern van het probleem zit in het idee van ‘verering’.
Op het bewuste paneel van de Gouden Koets is te zien hoe gekleurde mensen, inwoners van onze koloniën eind negentiende eeuw, knielen en geschenken aanbieden aan de Nederlandse maagd. Het probleem is in dit geval niet de duistere kanten van ons koloniaal verleden, het probleem is dat deze zwarte bladzijde staat afgebeeld op een Gouden Koets. Het gaat er niet om dat er één keer per jaar een afbeelding van het Nederlandse slavernijverleden te zien is in een stad in Nederland. Het probleem is dat er één keer per jaar een afbeelding van het Nederlandse slavernijverleden te zien is op een Gouden Koets… met daarin het staatshoofd… op weg naar de opening van de Staten-Generaal… het centrum van de macht in Nederland. Het slavernijverleden heeft hier een politiek geladen gouden uithangbord. In dit licht moeten we volgens mij ook kijken naar bijvoorbeeld het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen. Het probleem is niet dat er in het centrum van Hoorn een representatie van een historische figuur te zien is. Het probleem is dat deze figuur letterlijk op een voetstuk staat.
Historie en verering zijn in deze objecten innig met elkaar verbonden, en dat maakt de discussie zo lastig. De ene partij stelt: het standbeeld/straatnaambordje/Gouden Koetspaneel is een verering van foute en achterhaalde personen, handelingen en ideeën. Het object moet zo snel mogelijk worden verwijderd. De andere kant zegt: het standbeeld/straatnaambordje/Gouden-Koetspaneel is een historisch object en het is goed dat er in de publieke ruimte aandacht is voor het verleden, want op die manier kunnen we iets leren van dat verleden. Het object moet vooral blijven staan. De oplossing zit volgens mij in het scheiden van verering en historie, en dat hoeft niet zo ingewikkeld te zijn.
Er zijn vele creatieve oplossingen te bedenken voor omstreden standbeelden. Is het misschien een idee om een omstreden standbeeld, laten we JP Coen maar weer als voorbeeld nemen, letterlijk van zijn voetstuk te halen? Ik denk dat het nogal uitmaakt of een standbeeld hoog boven je uittorent of dat je er op neer kunt kijken. (Ik heb de afmetingen van het standbeeld van JP Coen niet paraat, maar als het na van zijn voetstuk gestoten te zijn nog steeds te hoog is, dan kan het in een kuil gezet worden). Andere opties zijn wellicht het inpakken van het standbeeld (zoals Christo de Rijksdag in Berlijn inpakte) of het standbeeld omringen door andere standbeelden zodat het letterlijk een andere context krijgt. Mijn persoonlijke favoriet is om het standbeeld op een ludieke manier zijn eer te ontnemen. Ik denk hierbij gelijk aan het standbeeld van de hertog van Wellington dat in het centrum van Glasgow staat. Het is traditie dat dit standbeeld altijd getooid is met een oranje kegel. De Glaswegians zijn zo trots op deze traditie dat een replica van het standbeeld, met oranje kegel, onderdeel was van de openingsoptocht van de Commonwealth Games van 2014. Als we dit doen, dan is de verering weggenomen en hopelijk de interesse voor het bijbehorende bordje met historische toelichting vergroot.
De Gouden Koets kan eveneens op een originele manier onder handen genomen worden. Het eerste dat mij te binnen schiet, zijn wisselpanelen. Want naast het paneel ‘hulde der koloniën’ zijn ook de andere panelen, op zijn zachts gezegd, gedateerd. De Nederlandse maagd op een troon? Is het in deze tijd nog wel gewenst om A) maagdelijkheid te vereren?, B) maagdelijkheid te associëren met vrouwelijkheid en C) mannen eer te laten brengen aan een vrouw? Ok, dat laatste is misschien wel verfrissend in onze paternalistische samenleving. We kunnen de historische panelen prima vervangen door moderne panelen. Laten we een wedstrijd uitschrijven onder kunstenaars waarbij de winnaar de panelen voor dat jaar mag ontwerpen. De oude panelen kunnen dan naar een museum en eens in de tien of twintig jaar worden teruggeplaatst om de bevolking te herinneren aan het oorspronkelijke ontwerp. Het verwijderen van de panelen verwijdert de verering en ieder jaar nieuwe afbeeldingen stimuleert de discussie.
Historische objecten in de publieke ruimte zijn niet per definitie verkeerd, het is het element van verering dat problemen oproept. Als we de verering aanpakken, kunnen de historische objecten blijven (be)staan en kan de discussie over het verleden blijven worden gevoerd.